Overzicht verplichte meldingen voor ballonnen

Dit document biedt een duidelijk overzicht van voorvallen met ballonvluchten die u verplicht moet melden bij het Analysebureau Luchtvaartvoorvallen (ABL), conform (EU) Nr. 376/2014 ANNEX V. Deze voorvallen moet u binnen 72 uur na het voorval gemeld hebben bij het ABL.

General aviation en serieuze incidenten

  • Voor het melden van voorvallen general aviation, ga naar Voorvallen luchtvaart.
  • Als het een serieus incident is (een incident met omstandigheden die erop wijzen dat er bijna een ongeluk is gebeurd. Het verschil tussen een serieus incident en een ongeval ligt enkel in het resultaat (ICAO Annex 13)) of een ongeval, moet u dit ook melden bij de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV).

Air operations

  1. Elke vlucht met een ballon (luchtvaartuig lichter dan lucht (luchtballon, gasballon, airship)) die niet luchtwaardig was of waarvoor een onvolledige voorbereiding de ballon, de inzittenden of andere personen in gevaar heeft gebracht of had kunnen brengen. 
  2. Onopzettelijke permanente doving van de ‘pilot light’.

Technische voorvallen

  1. Defect van een van de volgende delen of bedieningsinstrumenten: dip tube op de brandstofcilinder, envelope katrol, controlelijn, tuiertouw (tether rope), lekke klepzitting aan de brander, lekke klepzitting aan de brandstofcilinder, karabijnhaak, beschadiging van de brandstofleiding, de hefgasklep, de envelope of de ballonet, de ventilator, de overdrukklep (gasballon) of de lier (getuierde gasballonnen).
  2. Belangrijk lek of verlies van hefgas (bijvoorbeeld: porositeit, niet op de juiste plaats zittende hefgaskleppen).

Interactie met luchtvaartnavigatiediensten en luchtverkeersbeheer (ATC)

  1. Interactie met luchtvaartnavigatiediensten (bijvoorbeeld: incorrecte diensten verleend, tegenstrijdige communicatie of afwijking van de clearance) die het luchtvaartuig lichter dan lucht, de inzittenden of andere personen in gevaar heeft gebracht of had kunnen brengen.
  2. Luchtruimschendingen.

Noodsituaties en andere kritieke situaties

  1. Elk voorval dat leidt tot een noodoproep.
  2. Brand, explosie, rook of toxische dampen in het luchtvaartuig lichter dan lucht (de normale werking van de brander niet in rekening genomen).
  3. Inzittenden van het luchtvaartuig lichter dan lucht zijn uit de mand of gondel gevallen.
  4. Verlies, door de piloot, van het vermogen diens taken uit te voeren.
  5. Het onopzettelijk optillen of meeslepen van grondpersoneel, met doden of gewonden tot gevolg.

Externe omgeving en meteorologie

  1. Een botsing of bijna-botsing op de grond of in de lucht, met een luchtvaartuig, het terrein of een obstakel (onder obstakels worden ook voertuigen verstaan) die het luchtvaartuig lichter dan lucht, de inzittenden of andere personen in gevaar heeft gebracht of had kunnen brengen.
  2. Hinder voor het luchtvaartuig lichter dan lucht ten gevolge van vuurwapens, vuurwerk, vliegers, laserstralen, lichten met hoog vermogen, lasers, drones, modelvliegtuigen of andere soortgelijke verschijnselen.
  3. Onverwachte slechte weersomstandigheden, die het luchtvaartuig lichter dan lucht, de inzittenden of andere personen in gevaar heeft gebracht of had kunnen brengen.

Begrippenkader