Zeilvliegers
Een zeilvliegtuig is een zweeftoestel met starre hoofdstructuur. Het toestel wordt gedragen en gestart en geland door gebruik te maken van de benen van de bestuurder. Voor de definitie van ‘zweeftoestel’ wordt in de Nederlandse luchtvaartwet- en regelgeving de ICAO-omschrijving van ‘glider’ als uitgangspunt gebruikt.
Een zweeftoestel is een luchtvaartuig, geen TMG (touring motor glider), zwaarder dan lucht, dat hoofdzakelijk in de lucht kan worden gehouden door aerodynamische reactiekrachten en waarvan de vrije vlucht niet afhankelijk is van een motor. Er kan dus sprake zijn van een (hulp)motor, maar niet van een onderstel in de vorm van een trike.
De vleugels van een zweeftoestel komen in diverse vormen voor, zoals een rechthoek of een driehoek (delta) en kunnen bestaan uit verschillende materialen, zoals metaal, hout of doek. De besturing (om 2 of 3 assen of zwaartepunt) is niet bepalend om al dan niet een zweeftoestel te zijn.
Regels
Een zeilvliegtuig is uitgezonderd in het takenpakket van de Europese luchtvaartautoriteit EASA. Het zijn de nationale autoriteiten die de toelatingseisen van het toestel en de eisen voor de vlieger bepalen. Met een zeilvliegtuig mag u niet zomaar naar of in een ander land vliegen. De specifieke regels voor het gebruik van een zeilvliegtuig in Nederland staan in het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart en in de Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen.