inspecteur

Fraude met certificering duurzame biodiesel

In deze signaalrapportage wijst de ILT op geconstateerde fraude met de certificering van duurzame biodiesel.

Kern

In samenwerking met het Functioneel Parket van het OM, voert de ILT/IOD op dit moment strafrechtelijk onderzoek uit naar fraude met de certificering van duurzame biodiesel. Door biodiesel ten onrechte te voorzien van het certificaat 'Proof of Sustainability' wordt een grote hoeveelheid biodiesel als duurzaam aangemerkt zonder dat voldaan wordt aan de wettelijke eisen. Door aan de wettelijke criteria te voldoen wordt bijvoorbeeld gegarandeerd dat een partij niet in een ander EU-land ook als duurzame biodiesel wordt aangemerkt. Producenten van biodiesel kopen dierlijke en plantaardige olie en vet in, om deze vervolgens in biodiesel om te zetten via een chemisch proces. Daarnaast verhandelen deze bedrijven vaak (als duurzaam aangemerkte) biodiesel die niet door henzelf geproduceerd is.

In het onderzoek wordt de manier van werken onderzocht van één bedrijf dat duurzame biodiesel produceert en verkoopt en dit zowel in Nederland als in het buitenland verkoopt. Uit het onderzoek blijkt dat het bedrijf in 2015 en 2016, naast deze productie en verkoop, vermoedelijk ook gewone biodiesel inkocht en deze vervolgens weer verkocht als duurzame biodiesel. De basis voor de biodiesel was in alle gevallen gebruikt vet uit keukens (zogenaamde UCO's). Omdat duurzame biodiesel duurder is dan gewone biodiesel, levert dit het bedrijf een aanzienlijke winst op. Het onderzoek is er op gericht om aan te tonen of deze werkwijze tot nu toe is gecontinueerd.

Omvang van de fraude

Het is niet waarschijnlijk dat de ten onrechte als duurzaam gecertificeerde biodiesel alleen in Nederland op de markt is gebracht. Als desondanks de verkoop van die biodiesel wordt vergeleken met de door de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) geadministreerde duurzame brandstoffen, dan blijkt die verkoop substantieel. Ter illustratie: de verkoop van de onterecht als duurzaam aangemerkte biodiesel komt overeen met 31,6% (2015) en 22,6% (2016) van het totaal aan duurzame (fysieke) biobrandstoffen die in Nederland door de NEa zijn geadministreerd in die jaren. Als de biodiesel wel duurzaam zou zijn geweest, was respectievelijk 438 miljoen kg en 322 miljoen kg 38% en 27% van de C02 emissiereductie die de C02 uitstoot voorkomen. Dat is respectievelijk NEa over die jaren heeft gerapporteerd. Deze vorm van fraude ondermijnt het vertrouwen dat bedrijven en consumenten mogen hebben in het systeem dat het gebruik van duurzame brandstoffen moet garanderen.

Wettelijk kader

Op Europees niveau is de Richtlijn Hernieuwbare Energie (Renewable Energy Directive, RED) van kracht, die bepaalt onder welke voorwaarden biodiesel duurzaam genoemd mag worden. In Nederland is de RED geïmplementeerd in de Wet milieubeheer en in de besluiten en regelingen voor hernieuwbare energie voor vervoer. In de RED is bepaald dat in 2020 het aandeel hernieuwbare energie in de transportsector 10% moet bedragen. Om dat vast te stellen is in Nederland een registratiesysteem opgezet dat door de NEa wordt beheerd: Register Energie voor Vervoer (REV). De NEa administreert de verkoop van duurzame brandstoffen. Duurzame biodiesel is één van deze brandstoffen. Bedrijven die duurzame biodiesel in Nederland op de markt brengen melden dit bij de NEa. De NEa publiceert jaarlijks een overzicht van de hoeveelheid duurzame brandstoffen die in Nederland is gebruikt.

Eisen aan certificering

In de RED is bepaald dat duurzame biodiesel als zodanig mag worden aangemerkt als die van een 'Proof of Sustainability' (PoS) is voorzien. Om een PoS te mogen afgeven voor een partij biodiesel moet worden voldaan aan één van de certificeringsystemen die door de EU zijn erkend en die in de Nederlandse wetgeving zijn opgenomen. De belangrijkste eisen voor het afgeven van een PoS zijn:

  • De duurzame oorsprong van het product of de grondstof (vaak gebruikte olie en vet) is gecertificeerd.
  • Er mag maar één PoS per levering/partij wordt afgegeven.
  • De levering moet fysiek hebben plaatsgevonden.
  • Er moet een massabalanssysteem (registratie in-en uitgaande stromen duurzaam materiaal) per geografische locatie worden bijgehouden.

Op die manier wordt gewaarborgd dat niet méér duurzame biodiesel wordt geleverd dan er wordt ingekocht of wordt geproduceerd. Het onderzochte bedrijf was gecertificeerd en mocht daarom een PoS afgeven voor een partij biodiesel die door hen was geproduceerd.

Waarnemingen ILT

Het vermoeden bestaat dat in 2015 59% van de totale verkoop van het verdachte bedrijf onterecht als duurzaam is verkocht. Voor 2016 is dit percentage niet bekend. Deze biodiesel werd verkocht met een valse PoS. Doordat het bedrijf handelt in zowel duurzame als niet duurzame grondstoffen en producten, is deze werkwijze niet door de certificerende instelling opgemerkt. Om een indicatie te krijgen van de omvang van deze fraude, is de productie en handel van biodiesel van het verdachte bedrijf vergeleken met de hoeveelheid duurzame (fysieke) biobrandstoffen in Nederland. Dit levert de cijfers op die hierboven zijn vermeld. Uit het onderzoek komt naar voren dat het nu geldende certificeringssysteem fraudegevoelig is. Eerder heeft de NEa aangifte gedaan van geconstateerde fraude en zich kritisch uitgelaten over de duurzaamheidscertificering van biodiesel.