Modelvliegers

Vliegen met een modelvliegtuig is gebonden aan gemeentelijke, provinciale en Europese regels. Bijvoorbeeld voor veiligheid, vlieglocaties en vergunningen. 

Een modelvliegtuig (of modelluchtvaartuig) is een luchtvaartuig dat niet in staat is een mens te dragen. De totale startmassa is niet meer dan 25 kilogram. Een modelvliegtuig wordt uitsluitend gebruikt voor luchtvaartvertoning, recreatie of sport.

Vliegen in categorie Open of Specifiek (Europese regels)

Vliegen met een modelluchtvaartuig is gebonden aan strenge regels. Deze regels houden de risico’s op een ongeval zo laag mogelijk. De regels hangen af van de categorie waarin u vliegt: open (laag risico) of specifiek (gemiddeld risico). Daarmee valt modelvliegen per 1 april 2024 onder de Europese regels voor onbemande luchtvaart. Deze regels gelden ook voor drones. De Regeling modelvliegen vervalt per 1 oktober 2024. 

Meer informatie over vliegen in de categorie open en vliegen de categorie specifiek vindt u op rijksoverheid.nl.

Categorie Open: vliegbewijs en registratie bij RDW

Voor het besturen van een modelvliegtuig in de open categorie is geen vergunning nodig. Wel moet u:

  • een vliegbewijs halen. Dat kan bij de RDW. U krijgt dan een exploitantnummer dat u aanbrengt op uw drone. 
  • zich bij de RDW registreren als exploitant. 

Ga naar vliegbewijs en exploitantnummer aanvragen op de website van RDW.

Categorie Specifiek

Vliegen in de categorie Specifiek kan in clubverband. De vliegclub moet in het bezit zijn van een vergunning. Die kan aangevraagd worden bij de ILT. Ga voor meer informatie naar Vergunning modelvliegclubs.

Eisen aan locaties

Gemeenten en provincies stellen in de meeste gevallen eisen aan locaties waar met modelvliegtuigen wordt gevlogen. De eisen staan meestal in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en in het bestemmingsplan. 

De rijksoverheid stelt alleen algemene eisen aan modelvlieglocaties: 

  • Met het modelvliegtuig mogen geen personen of zaken in gevaar worden gebracht.
  • Met het modelvliegtuig mag niet worden gevlogen boven mensenmenigten, bebouwing, openbare wegen (autosnelwegen, autowegen en ontsluitingswegen) en spoorlijnen.
  • Met het modelvliegtuig mag alleen worden gevlogen in een plaatselijk luchtverkeersleidingsgebied (CTR) als men een convenant heeft gesloten met de organisatie die de plaatselijke luchtverkeersleiding verzorgt en men zich houdt aan de afspraken in dat convenant.

Een overzicht van alle CTR’s in Nederland vindt u in de Integrated Aeronautical Information Package (eAIP) van Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL). LVNL beheert de CTR’s van Schiphol, Rotterdam, Groningen en Maastricht. Op de website van LVNL vindt u ook informatie over het aangaan van een convenant voor een vaste locatie of incidentele vlucht. Ministerie van Defensie beheert de overige CTR’s. Voor een convenant met Defensie kunt u per e-mail contact opnemen met de Militaire Luchtvaart Autoriteit, via mla@mindef.nl.

Nationale wet- en regelgeving modelvliegtuigen

De minister van Infrastructuur en Waterstaat stelt geen eisen aan een modelvliegtuig. Het hoeft niet te zijn ingeschreven in het luchtvaartuigregister. Er is ook geen bewijs van luchtwaardigheid nodig. Wel stelt de minister van Economische Zaken eisen aan de zendapparatuur en de frequenties voor de bediening van modelvliegtuigen. Alle zendapparatuur voor de besturing van modelvliegtuigen met een CE-waarmerk moet voldoen aan de 'Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning en zonder meldingsplicht 2015'. Ga voor meer informatie over vergunningvrij frequentiegebruik naar de website van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur.