Aangaan van een verbinding

Woningcorporaties mogen een verbinding aangaan met een rechtspersoon of vennootschap als dit in het belang is van de volkshuisvesting. Er zijn voorwaarden verbonden aan het aangaan van een verbinding. Daarom moet een woningcorporatie goedkeuring vragen bij de Autoriteit woningcorporaties (Aw).

Wanneer is goedkeuring vereist?

In de meeste gevallen is goedkeuring van de Aw vereist voor het aangaan van een verbinding. Er zijn een aantal uitzonderingen waarbij geen goedkeuring is vereist. Dit is wanneer een corporatie:

  • Een verbinding aangaat met andere corporaties in de vorm van een samenwerkingsvennootschap - een onderling aangegane vof (vennootschap onder firma) of Cv (commanditaire vennootschap).
  • Een verbinding met een Vereniging van Eigenaars (VvE) aangaat.
  • Een verbinding met een vereniging aangaat waar de corporatie alleen contributie inbrengt.

Aanvraagprocedures goedkeuring aangaan verbinding

Voor de aanvraagprocedure is er vanaf 2022 onderscheid tussen een lichte en reguliere procedure.

Lichte aanvraagprocedure

Er is sprake van een lichte aanvraagprocedure als er sprake is van een verbinding met een laag risico. Er is sprake van een verbinding met een laag risico als:

  • De activiteiten in de verbinding de uitoefening van de volkshuisvestelijke taken van de corporatie niet in gevaar brengen, bijvoorbeeld
    • Kennisuitwisseling.
    • Belangenbehartiging.
    • Woonruimteverdeling
    • Beheeractiviteiten, zonder bevoegdheid tot aan- of verkoop van onroerend goed.
    • En de financiële inbreng door de corporatie nihil of gering is. Dit is het geval bij een vermogensinbreng tot € 500.000.

In de volgende situaties kunt u geen gebruik maken van de verlichte procedure:

  • Bij een corporatie die in saneringssituatie zit en  onder verscherpt toezicht staat.
  • Bij een corporatie die onder het verlicht regime van de scheiding DAEB/niet-DAEB (diensten van algemeen economisch belang) valt.

Reguliere aanvraagprocedure

De reguliere procedure is van toepassing in alle overige gevallen.

Is er sprake is van een saneringscorpratie of een corporatie onder verscherpt toezicht? Dan is uitsluitend de reguliere procedure van toepassing en hanteert de Aw verscherpte toetsingsgronden.

Vereiste documenten

Per document staat aan welke eisen dit moet voldoen. In de linkerkolom staat op welke artikelen die eisen zijn gebaseerd.

Als de Aw dit nodig vindt, kan zij bepalen dat er aanvullende documenten nodig zijn voor een goede beoordeling. Meer informatie over hoe de Aw een aanvraag voor een goedkeuring beoordeelt vindt u in de beleidsregels.

De aanvraag wordt getoetst aan de criteria van de Woningwet artikel 21 en het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting (Btiv) artikelen 9 en 10. Daarnaast moeten alle documenten samen minimaal duidelijk maken dat geen onaanvaardbaar risico ontstaat dat het in te brengen vermogen niet voor de volkshuisvesting bestemd blijft.

Zo vraagt u goedkeuring aan

  1. Stuur de vereiste documenten op via ILT_Autoriteitwoningcorporaties_vergunningen@ilent.nl.
  2. U krijgt een bevestiging als de Aw de documenten heeft ontvangen.
  3. Als uw aanvraag niet volledig is, laat de Aw u dit weten. U krijgt dan de mogelijkheid om de aanvraag binnen een bepaalde termijn alsnog aan te vullen. De Aw verlengt dan de oorspronkelijke beslistermijn van 8 weken totdat de aanvraag compleet is. Is de aanvraag na een bepaalde periode nog steeds niet compleet? Dan stelt de Aw de aanvraag buiten behandeling.
  4. Als alle informatie is ontvangen, rondt de Aw de beoordeling af.
  5. U ontvangt een positief of negatief besluit.

Bezwaar en beroep

Tegen een besluit van de Aw kunt u als belanghebbende bezwaar maken. Dat kan door een bezwaarschrift in te dienen. Dit moet binnen 6 weken na de dag waarop het besluit is verzonden. Een ambtelijke hoorcommissie van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) behandelt daarna uw bezwaarschrift. Na een (eventuele) hoorzitting neemt de ambtelijke hoorcommissie een beslissing over uw bezwaarschrift. Belanghebbenden die het niet eens zijn met deze beslissing, kunnen in beroep gaan bij de rechtbank.