Bekijk de publicaties van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) over ontwikkelingen in de veiligheid van buisleidingen. De ILT houdt toezicht op exploitanten van buisleidingen om de risico's van buisleidingen met gevaarlijke stoffen te beperken.
Ontwikkelingen in veiligheid buisleidingen
De ILT voerde van 2022 tot en met 2024 het project ketentoezicht uit. Hierbij keek de inspectie welke regels voor buisleidingen met gevaarlijke stoffen waren opgenomen in de vergunning op basis van de Omgevingswet. Uit dat project en uit gewijzigde wetgeving (1 januari 2024) bleek dat binnen Seveso-inrichtingen en andere locaties met externe veiligheidsrisico’s vaak geen voorschriften zijn gesteld voor buisleidingen met gevaarlijke stoffen binnen de begrenzing van de vergunning.
De ILT publiceerde daarom een informatieblad Buisleidingen bij Seveso-inrichtingen. Dit informatieblad is een hulpmiddel om te bepalen of het wenselijk is om voorschriften te stellen aan buisleidingen bij Seveso-inrichtingen. Het is ook een handreiking voor de voorschriften die bij een vergunning horen.
De eisen aan het transport van gevaarlijke stoffen door buisleidingen stonden tot 1 januari 2024 in het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Het Bevb is per 1 januari 2024 vervallen en opgenomen in de Omgevingswet, het Besluit activiteiten leefomgeving en het Besluit kwaliteit leefomgeving.
De ILT constateerde dat er veel buisleidingen zijn die buiten gebruik zijn gesteld. Door de energietransitie neemt dit aantal toe. Het is belangrijk dat eigenaren of exploitanten deze leidingen goed bewaren en beheren, zodat deze leidingen geen gevaar vormen voor de omgeving. Risico’s zijn bijvoorbeeld het inzakken van de bodem of lekkage waardoor bodemverontreiniging ontstaat.
Eigenaren en exploitanten moeten de leidingen op een gegeven moment uit de grond verwijderen, ook om niet onnodig ruimte in beslag te nemen. Daarnaast zijn er wettelijke verplichtingen voor het melden van buiten gebruik gestelde leidingen, eisen met betrekking tot zakelijke rechten en eisen vanuit andere wettelijke regelingen, vergunningen en verordeningen.
In 2023 inspecteerde de ILT bij 14 exploitanten of zij voldoen aan de eisen van het Bevb. Hieruit bleek dat bij oude buisleidingen asbest in de coating aanwezig kan zijn en de leidingen soms in of in de buurt van asbestwegen liggen. De ILT stelde het Informatieblad ‘Asbest en Buisleidingen’ op om de kennis over wet- en regelgeving rondom asbest en buisleidingen te vergroten.
De ILT startte in 2017 met een onderzoek naar doorwerking van het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) in bestemmingsplannen. De aanleiding voor dit onderzoek waren signalen dat buisleidingen niet altijd op juiste wijze in bestemmingsplannen staan. Het indicatieve onderzoek van de ILT vond plaats op 10 locaties met buisleidingen van 3 buisleiding-exploitanten, verdeeld over 16 bestemmingsplannen. Omdat de provincie toezicht houdt op het gebied van ruimtelijke ordening in gemeentelijke bestemmingsplannen, bood de ILT het indicatief onderzoek aan het Interprovinciaal Overleg (IPO) aan.
Het transport van gevaarlijke stoffen door buisleidingen in Nederland is nog veiliger geworden. Na waarschuwingen van de ILT hebben exploitanten van buisleidingen voor chemicaliën de veiligheidsknelpunten bij hun leidingen opgelost. Bijna de helft van de bedrijven had in eerste instantie de vereiste papieren of werkprocessen niet op orde.
Zie factsheet Toezicht op QRA’s en Sanering Overige stoffenleidingen 2017.
In 2015 meldden buisleidingexploitanten 173 incidenten:
- 1 melding viel in de categorie ernstig incident.
- 10 meldingen vielen in de categorie overige incidenten mét schade.
- Er waren 162 meldingen van incidenten zonder schade.
In 2014 deden de exploitanten in deze categorieën respectievelijk 1, 8 en 136 meldingen.
Het aantal KLIC-meldingen in 2015 was 80.850. KLIC-meldingen zijn aankondigingen van met name graafwerkzaamheden. Het aantal meldingen van incidenten door graafwerkzaamheden was gering.
Voldaan aan meldplicht
Alle exploitanten van buisleidingen die vallen onder de werking van het Besluit externe veiligheid buisleidingen voldeden aan de verplichting om jaarlijks het aantal incidenten te melden aan de minister. De meldingen kwamen van 37 verschillende exploitanten: 23 met uitsluitend olie- en/of gasleidingen en 14 met leidingen voor overige stoffen, waarvan 4 in combinatie met olie en/of gas.
Werkzaamheden in directe nabijheid leiding
Werkzaamheden in de directe omgeving van de leiding blijken nog steeds de belangrijkste oorzaak voor incidenten. Voordat machinale graafwerkzaamheden mogen beginnen, moet eerst een KLIC-melding worden gedaan bij het Kadaster. Het aantal KLIC-meldingen in de buurt van ondergrondse buisleidingen daalde in 2015 met ruim 9% tot 80.850. Het aantal 'gelegen' KLIC-meldingen (werkzaamheden boven of in de buurt van de leiding) steeg in 2015 tot 50.935 en bedroeg 63% van het totaal. In 2014 was dit nog 56%.
Geen verschuivingen in oorzaken
In hun jaarlijkse meldingsrapportage gaven de exploitanten de hoofdoorzaak van incidenten aan. De belangrijkste oorzaak voor incidenten in 2015 was 'Geen KLIC-melding' (44%). Dat houdt in dat graafwerkzaamheden niet zijn aangekondigd. Daarna volgde 'Communicatiefout' (21%). Dit is bijvoorbeeld een misverstand tussen een buisleidingexploitant en de bestuurder van een graafmachine. Bij 18% van de incidenten was de oorzaak 'Onzorgvuldig graven'. Gezamenlijk waren deze 3 oorzaken dus verantwoordelijk voor 83% van de incidenten. In 2014 was dat 84%.
De veiligheidsknelpunten bij oliebuisleidingen in Nederland zijn opgelost. De exploitanten troffen maatregelen die ervoor zorgden dat de veiligheid rond deze leidingen voldoet aan de wettelijke eisen.
De ILT kwam tot deze conclusie in maart 2015 na controle op de naleving van het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Dit Bevb werd in 2011 van kracht en beschreef de veiligheidsnorm van buisleidingen. Kijk voor meer informatie in het informatieblad Veiligheidsknelpunten oliebuisleidingen opgelost.
De sanering van knelpunten bij gasleidingen is onder controle. Bij nagenoeg alle knelpunten werden de wettelijk voorgeschreven maatregelen vóór 1 januari 2014 genomen. In enkele gevallen was de afronding van de sanering vertraagd, onder meer omdat de medewerking van derden en de daarmee samenhangende afstemming meer tijd vergde. Bekijk voor meer informatie de factsheet Grotere veiligheid langs buisleidingen.
Vergeleken met de 2 voorgaande rapportagejaren zette de lichte daling van het aantal bijna-incidenten bij buisleidingen door. Anticiperend op hun rapportageplicht gingen dit jaar vrijwel alle beheerders van de leidingen voor ‘overige stoffen’ in op het verzoek van de ILT om inzage te geven in de gegevens. Bekijk voor meer informatie de factsheet Lichte daling bijna-incidenten Bevb 2013.
Exploitanten van buisleidingen die in 2012 ‘bijna incidenten’ constateerden in hun bedrijf, meldden deze en lichtten de bijna incidenten toe. Onvoldoende communicatie binnen de eigen organisatie of onduidelijke afspraken met het bedrijf dat graafwerkzaamheden in de buurt van een buisleiding ging verrichtte waren bij ruim de helft van de 151 gerapporteerde bijna incidenten de oorzaak. Bekijk voor meer informatie de factsheet Transparantie over ‘bijna incidenten’ basis voor verbetering veiligheid buisleidingen.
De ILT verwacht meer transparantie en volledigheid van buisleidingexploitanten. En constateert dat exploitanten in 2012 over het algemeen nog een te passieve houding aannamen. De documenten waren in veel gevallen onvolledig, of onvoldoende specifiek gericht op de buisleidingen buiten de inrichting. Alle door ILT aangetroffen achterstanden werden na ontvangst van een voornemen last onder dwangsom door de betrokken exploitanten weggewerkt. Bekijk voor meer informatie de factsheet 2 jaar buisleidingentoezicht Bevb.