Opleiding walpersoneel IMDG Code

De IMDG Code (Hoofdstuk 1.3) schrijft voor dat het walpersoneel van een bedrijf, betrokken bij het transport van gevaarlijke stoffen over zee, is opgeleid in de toepassing en uitvoering van de voor hun functie relevante voorschriften van de IMDG Code. Hierbij moet het bedrijf aangeven welke werknemers moeten te zijn opgeleid, welk opleidingsniveau hiervoor nodig is en welke opleidingmethodes worden toegepast. In de IMDG Code (1.3.1.2) worden de mogelijk relevante functies genoemd. Ook wordt aangegeven welke onderwerpen in een de opleiding behandeld kunnen worden.

Certificering/Opleiding

De IMDG Code schrijft niet voor dat de opleiding moet worden gevolgd aan een door de overheid erkend instituut. Door de ILT worden dan ook geen opleidingsinstituten erkend.
Voor walpersoneel dat een opleiding heeft gevolgd, in-house of bij een opleidingsinstituut, moet een overzicht worden bijgehouden (1.3.1.3). De vorm van het overzicht wordt door de IMDG Code of door de ILT niet voorgeschreven. Van belang is echter dat uit het overzicht in ieder geval kan worden vastgesteld wie (en functie) de opleiding heeft gevolgd en wanneer deze is gevolgd. De bewaartermijn van deze gegevens is eveneens niet voorgeschreven doch door de ILT wordt het standpunt ingenomen dat deze termijn in lijn met de opleidingsvoorschriften van VLG (wegvervoer) en VSG (spoorvervoer) door het bedrijf moet worden bewaard gedurende de arbeidsrelatie met de werknemer die de opleiding heeft genoten.

Toezicht

Toezicht op deze verplichting vindt plaats door de ILT Scheepvaart. Hierbij is het uitgangspunt dat een medewerker kennis moet hebben van dat deel van de IMDG Code, dat op de betrokken functie van toepassing is. De controle kan worden uitgevoerd door middel van het stellen van gerichte vragen aan de betrokken medewerker.

Uitgangspunt is ook dat een VLG/VSG opleiding niet als voldoende opleiding voor de IMDG Code wordt beschouwd. Reden hiervoor is dat bij zeevervoer van gevaarlijke stoffen sprake is van specifieke omstandigheden en eisen zoals krachten die op de lading werken en afwijkende samenladingsvoorschriften.

Bedrijfsinspecties

Tijdens de bedrijfsinspecties wordt aan bedrijven, die betrokken zijn bij het transport van gevaarlijke stoffen over zee, onder meer gevraagd:

  • welke werknemers een training hebben gehad of nog moeten volgen op grond van de IMDG-code
  • hoe de training is vormgegeven
  • hoe kan worden aangetoond dat zij de training hebben gevolgd 

Ook wordt getoetst bij een of meer medewerkers of er een training is gevolgd en welke kennis is opgedaan. De voorgeschreven kennis is afhankelijk van de werkzaamheden die de werknemer uitvoert met gevaarlijke stoffen. Medewerkers betrokken bij zeetransport van gevaarlijke stoffen moeten algemene kennis hebben van de IMDG-code en ook specifieke kennis van het deel waar de medewerker verantwoordelijk voor is

Wanneer op gevaarlijke situaties wordt gestuit, wordt naleving van de wet afgedwongen.