Vliegen in de Europese Unie

De Europese wetgeving maakt het makkelijker om in andere landen van de Europese Unie (EU) te vliegen. Als u in de categorie SPECIFIEK vliegt, moet u hiervoor van tevoren toestemming vragen. Dit moet bij de luchtvaartautoriteit van het land waar u wilt vliegen.

Toestemming aanvragen in een EU-lidstaat

Voordat u in een andere EU-lidstaat gaat vliegen, moet u toestemming vragen aan de luchtvaartautoriteit van dit land. Bij uw aanvraag stuurt u de volgende documenten mee:

  • Een kopie van uw exploitatievergunning.
  • De locatie(s) van de gewenste vlucht(en).
  • Per locatie een risicoanalyse en welke maatregelen u neemt om risico’s te verkleinen. In de risicoanalyse houdt u rekening met de lokale kenmerken van:
    • Het luchtruim.
    • Het terrein.
    • De bevolking.
    • De weersomstandigheden.

U kunt voor het maken van een risicoanalyse een Specific Operations Risk Assessment (SORA) of een Pre-defined Risk Assessment (PDRA) gebruiken. Hoe u een SORA of PDRA gebruikt, leest u in de Easy Acces Rules van EASA.

Na ontvangst beoordeelt de luchtvaartautoriteit van het land waar u wilt vliegen uw aanvraag. U en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) ontvangen deze beoordeling zo snel mogelijk. Als uw aanvraag is goedgekeurd, mag u gaan vliegen.

Vliegen met een standaardscenario

Het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) ontwikkelt standaardscenario’s (STS) voor dronevluchten in de categorie SPECIFIEK. Vanaf 3 december 2023 kunt u voor dronevluchten binnen de EU een EASA STS gebruiken.

Wilt u voor die tijd in een andere EU-lidstaat vliegen? Dan moet u zelf toestemming aanvragen zoals hierboven staat beschreven.