Gebruik en vrijstelling tachograaf

Door de registratie van de rij- en rusttijden door een tachograaf verbeteren in de EU de arbeidsomstandigheden van vrachtwagen- en buschauffeurs. Dit maakt niet alleen de wegen veiliger maar zorgt ook voor eerlijkere concurrentieverhoudingen in het wegtransport.

Digitale tachograaf

De digitale tachograaf registreert nauwgezet de rij- en rusttijden van de bemanning en diverse activiteiten van het voertuig. Deze gegevens zijn daardoor efficiënter te controleren. Transportondernemers kunnen de digitale registratie ook gebruiken voor hun eigen bedrijfsadministratie. Digitale tachograafkaarten kunt u bij Kiwa Register aanvragen.

Sinds 1 mei 2006 moeten nieuwe voertuigen zijn voorzien van een digitale tachograaf. Door het gebruik van een bestuurderskaart en het opslaan van de gegevens in de tachograaf zelf is het moeilijker geworden om te manipuleren met de geregistreerde gegevens. Het apparaat biedt meer inzicht in de rij- en rusttijden. Deze gegevens zijn daardoor efficiënter te controleren. Ondernemers in het personen- en goederenvervoer kunnen de gegevens die de digitale tachograaf registreert ook gebruiken voor hun eigen bedrijfsadministratie.
 

Downloaden digitale tachograaf

De digitale tachograaf moet uiterlijk 1 maal per 90 dagen worden gedownload (was 1 maal per 3 maanden). Dat betekent dat uw werkgever eenmaal in de 90 dagen de gegevens moet kopiëren vanuit de tachograaf naar een computer op de zaak.

Natuurlijk mogen de data ook vaker worden uitgelezen. Let er op dat de bestuurderskaart minimaal 1 keer per 28 dagen moet worden gedownload,  omdat anders data wordt overgeschreven.

Volgens het Arbeidstijdenbesluit Vervoer moet u de schijven en/of elektronische data minstens 1 jaar bewaren. Het kan zijn dat u dezelfde gegevens op basis van andere regels (bv belasting) langer moet bewaren.

Vrijstelling van de tachograaf

Niet iedere bestuurder van een vrachtauto hoeft een tachograaf te gebruiken. Er zijn een aantal internationale vrijstellingen en een aantal nationale vrijstellingen. Als u voldoet aan de voorwaarde van de vrijstelling, dan is deze op u van toepassing. Voor alle vrijstellingen geldt dat u deze niet kunt aanvragen. Tijdens een controle moet u wel kunnen aantonen dat u aan de voorwaarden voldoet.


Een van de internationale vrijstellingen geldt voor (combinaties van) voertuigen van niet meer dan 7,5 ton bestemd voor het transport van spullen die de bestuurder voor zijn werk nodig heeft. Het voertuig mag alleen binnen een straal van 100 km rond de vestigingsplaats van de onderneming worden gebruikt. Bovendien mag het voertuig niet meer dan 12 uur per week worden bestuurd.


De ILT gebruikt de ‘12 uur per week norm’ om te beoordelen of het rijden niet de voornaamste activiteit is. Om dit ook tijdens wegcontroles aan te kunnen tonen moeten het bedrijf en de chauffeur een deugdelijke registratie bijhouden van de rijtijden. Deze registratie is ‘vormvrij’. Dat wil zeggen dat het bedrijf zelf mag bepalen of dit op papier of in de computer wordt bijgehouden of dat hiervoor een tachograaf wordt gebruikt. Wel is aan te bevelen dat bij de handmatige registratie van de 12 rij-uren per week, een tabel met in ieder geval de volgende informatie wordt ingevuld: datum, naam chauffeur, begin km stand, eind km stand, beginrijtijd, eindrijtijd en paraaf chauffeur. 

Analoge tachograaf

Voor voertuigen die vóór 1 mei 2006 in het verkeer zijn gebracht geldt de tachograafplicht al langer. Deze voertuigen kunnen volstaan met een analoge tachograaf.

De analoge tachograaf wordt sinds 1985 gebruikt om de rij- en rusttijden in Europa te controleren. In 1969 zijn de eerste Europese regels voor de rij- en rusttijden en het gebruik van een tachograaf ingevoerd.

Registratie als u niet tachograafplichtig bent

Als u niet tachograafplichtig bent, dan geldt er nog wel een registratieplicht vanuit de arbeidstijdenwet (ATW) artikel 4:3: Een werkgever en een persoon als bedoeld in artikel 2:7, eerste lid, voert een deugdelijke registratie terzake van de arbeids- en rusttijden welke het toezicht op de naleving van deze wet en de daarop berustende bepalingen mogelijk maakt..

De vorm van deze registratie is 'vormvrij'. Dat wil zeggen dat u zelf mag bepalen of dit op papier of in de computer wordt bijgehouden of dat u een tachograaf hiervoor gebruikt. De registratie kan als deugdelijk worden beschouwd als de normen van de wet te controleren zijn. In z'n algemeenheid kan je zeggen dat noteren van het begin- en eindtijdstip en daartussen gelegen activiteiten inclusief pauzes voldoende zijn.

Bedrijfsbusjes en personenwagens met een aanhanger

De tachograaf is pas verplicht als de Toegestane Maximum Massa (TMM) van het voertuig, inclusief de aanhanger en / of oplegger, meer dan 3500 kg is. De TMM is terug te vinden in het kentekenbewijs van de voertuigen. Vanaf 24 juli 2009 is elke lichte bedrijfsauto in de klasse N1 (bestelauto) of M1 (een van een personenauto afgeleide bedrijfsauto) die met een aanhanger een gezamenlijke toegestane maximum massa (TMM) van meer dan 3500 kg heeft, verplicht een tachograaf te gebruiken. Omdat een tachograaf niet direct aan te sluiten is op de versnellingsbak van dergelijke voertuigen, is een adapter nodig.

Europees besluit

Het Europese besluit geldt voor alle lidstaten van de Europese Unie, Zwitserland en voor Noorwegen, IJsland en Liechtenstein (EER). Het besluit is vastgelegd in Verordening 2135/98 en de bijbehorende Annex 1B. Deze verordening is een wijziging van de bestaande regelgeving (Verordening 3821/85 die inmiddels is vervangen door verordening (EU) nr 165/2014.).

Eerlijke concurrentie

Een gevolg van de invoering van de digitale tachograaf is harmonisatie van de handhaving in de Europese lidstaten. Dit houdt in dat een controle in bijvoorbeeld Frankrijk uiteindelijk dezelfde resultaten moet geven als een controle in Nederland, Duitsland of Spanje. Overleg tussen handhavende instanties uit de verschillende EU-landen moet leiden tot een eenduidige interpretatie van de Europese rij- en rusttijdenregelgeving. Aan de hand hiervan worden richtlijnen opgesteld die zullen dienen als instructies voor de handhavende instanties.

Op grond van een Europese richtlijn moeten alle lidstaten een minimum aantal weg- en bedrijfsinspecties uitvoeren. De lidstaten moeten hierover tweejaarlijks rapporteren aan de Europese Commissie. Zo kunnen lidstaten elkaar controleren en beoordelen of de 'controledruk' in de verschillende lidstaten gelijk is. Dit draagt bij aan eerlijkere concurrentieverhoudingen.