Toelichting bij Bijlage VII-formulier

Het Bijlage VII-document gebruikt u voor het overbrengen van groene lijst-afvalstoffen voor nuttige toepassing (informatieverplichting). Op deze pagina vindt u een toelichting op het Bijlage VII-document en leest u hoe het document moet invullen.

Contract met de ontvanger

De opdrachtgever moet vóórdat het transport plaatsvindt met de ontvanger een juridisch bindend contract afsluiten. Dit geldt niet in geval van afvalstoffen voor laboratoriumanalyse. Het contract moet een verplichting bevatten voor de opdrachtgever en voor de ontvanger.

Wanneer de overbrenging of de nuttige toepassing niet op de geplande wijze kan worden voltooid of wanneer een illegale overbrenging heeft plaatsgevonden, verplicht de opdrachtgever zich:

  • de afvalstoffen terug te nemen of ervoor te zorgen dat ze op een andere wijze nuttig worden toegepast en
  • indien nodig te zorgen voor de tussentijdse opslag hiervan.

Kan de opdrachtgever hier niet aan voldoen, bijvoorbeeld vanwege insolventie, dan moet de ontvanger voor het bovenstaande zorgdragen.

Is de ontvanger in het land van ontvangst een handelaar of makelaar die de afvalstoffen niet zelf fysiek in bezit zal nemen? Dan moet de opdrachtgever er zeker van zijn dat de handelaar of makelaar op grond van wet- en regelgeving van het land van ontvangst als zodanig mag opereren, en of de ontvanger een vorm van controle heeft over de afvalstoffen die hij niet in bezit heeft.

Het contract hoeft tijdens de transporten niet aanwezig zijn. Het contract moet wel op elk moment op te vragen zijn.

Ondertekening

Bijlage VII moet door opdrachtgever worden ondertekend vóórdat de overbrenging plaatsvindt. De opdrachtgever is er verantwoordelijk voor dat het gehele transport wordt vergezeld van een volledig en correct ingevulde Bijlage VII. Hij moet hierover afspraken maken (en die eventueel contractueel vastleggen) met andere betrokkenen zoals transporteurs.

Na ontvangst van de overbrenging wordt Bijlage VII ondertekend door de ontvanger van het afvaltransport. Als de ontvanger niet de inrichting is van nuttige toepassing of het laboratorium, dan draagt de ontvanger zorg voor ondertekening door de inrichting van nuttige toepassing of het laboratorium, wanneer deze de afvalstoffen ontvangt.

Bijlage VII hoeft niet voor aanvang van het transport van de afvalstoffen aan de betrokken autoriteiten te worden gestuurd.

Bewaren

Een kopie van de ingevulde Bijlage VII moet worden bewaard door:

  • de opdrachtgever van de overbrenging en
  • de ontvanger en
  • de inrichting voor nuttige toepassing die de afvalstoffen ontvangt of het laboratorium.

De bewaartermijn is ten minste 5 jaar, te rekenen vanaf de aanvang van de overbrenging.

De opdrachtgever kan uiteraard geen volledig ondertekend exemplaar in bezit hebben. Er is namelijk geen verplichting om een ondertekend formulier terug te sturen naar de opdrachtgever.

Controle door bevoegde autoriteit

De bevoegde autoriteiten hebben de volgende controle-mogelijkheden:

  • tijdens transport verzoeken om inzage van een Bijlage VII-document;
  • bij de opdrachtgever of ontvanger opvragen van een afschrift van het contract;
  • met het oog op controle, handhaving, planning en statistische doeleinden het opvragen van Bijlage VII-informatie bij de opdrachtgever en ontvanger.

Invullen van het Bijlage VII-document

Vak 1 Opdrachtgever

De opdrachtgever is de persoon of onderneming die voornemens is de afvalstoffen over te brengen of te laten overbrengen. De opdrachtgever kan de eerste producent, de nieuwe producent, de inzamelaar of een geregistreerde handelaar of makelaar zijn. Geregistreerd wil zeggen: vermeld staan op de VIHB-lijst van het NIWO (www.niwo.nl). Het VIHB-nummer moet worden vermeld.

Een handelaar of makelaar hoeft niet gemachtigd te worden door de eerste producent, de nieuwe producent of de inzamelaar. Wel moet de handelaar of makelaar in hetzelfde land zijn gevestigd als de (nieuwe) producent of inzamelaar. De handelaar of makelaar hoeft niet over een eigen inrichting te beschikken.

Vak 2 Importeur of ontvanger

De importeur of ontvanger is de persoon of onderneming naar wie of waarnaar de afvalstoffen voor nuttige toepassing of laboratoriumanalyse worden overgebracht. In de meeste gevallen is dit ook de inrichting voor nuttige toepassing. Ook een handelaar of makelaar (ook indien deze geen inrichting bezit) kan als ontvanger optreden. In alle gevallen moet de importeur of ontvanger in hetzelfde land zijn gevestigd als de inrichting voor nuttige toepassing.

Onder een inrichting voor nuttige toepassing worden ook verstaan inrichtingen waar handelingen als bedoeld in R12 of R13 plaatsvinden (zie toelichting vak 8).

Vak 3 Feitelijke hoeveelheid

De netto hoeveelheid van de afvalstoffen in tonnen of m3. Deze feitelijke hoeveelheid kan verdeeld zijn over verschillende containers. In dat geval moeten alle containers voorzien zijn van een Bijlage VII-formulier waarop de feitelijk vervoerde hoeveelheid van die container is vermeld. Dit mogen kopieën zijn van het oorspronkelijk ondertekend exemplaar.

Vak 4 Feitelijke overbrengingsdatum

De datum waarop de verzending daadwerkelijk start bij de opdrachtgever. Indien de opdrachtgever geen eigen inrichting heeft zal het transport aanvangen bij de inrichting van de producent of de inzamelaar en dan moet al bij de start van de overbrenging daar het Bijlage VII-formulier aanwezig zijn.

Vak 5 Vervoerder van de afvalstoffen

De gegevens van alle betrokken vervoerders dienen te worden ingevuld voor zover deze vooraf bekend zijn. Ook moet de vervoerswijze worden ingevuld en de begindatum van dit deel van de overbrenging.

Voor de vervoerwijze kunnen de volgende codes worden gebruikt:

  • R = over de weg (road)
  • T = per trein (train)
  • S = over zee (sea)
  • A = per vliegtuig (air)
  • W= over binnenwateren (inland waterways)

De vervoerders dienen het formulier eveneens te ondertekenen. Indien meerdere vervoerders de overbrenging verzorgen dienen zij allen te ondertekenen. De opdrachtgever is hiervoor verantwoordelijk.

Vak 6 Producent van de afvalstoffen

Is de opdrachtgever in vak 1 de oorspronkelijke producent? Dan moet in vak 6 de volgende tekst te worden opgenomen: zelfde als in vak 1.

Is de opdrachtgever niet de eerste producent, de nieuwe producent of de inzamelaar? Dan moet vak 6 in alle gevallen worden ingevuld. Voor het invullen geldt een voorkeursvolgorde:

  • de eerste producent;
  • de nieuwe producent (let op: in dit kader worden ook R12- en R13-inrichtingen beschouwd als nieuwe producenten);
  • de geregistreerde inzamelaar (of eventueel een inzamelvergunninghouder).

Daarbij is van belang dat opdrachtgever in vak 1 en 'de producent' in vak 6 in hetzelfde land (Nederland) zijn gevestigd en derhalve vallen onder de rechtsmacht van het land van verzending.

In vak 6 kan nooit een handelaar of makelaar worden ingevuld zonder een inrichting, of een transporteur.

Vak 7 Inrichting voor nuttige toepassing of laboratorium

Is de ontvanger in vak 2 ook de inrichting voor nuttige toepassing of een laboratorium? Dan moet in vak 7 vermeld worden: zelfde als in vak 2.

Is de ontvanger níet gelijk aan de inrichting voor nuttige toepassing of het laboratorium? Dan moet vak 7 gewoon worden ingevuld.

Een inrichting voor nuttige toepassing kan ook een R12- of R13-inrichting zijn. In dat geval is het van belang dat informatie kan worden verschaft over de inrichting(en) waar de definitieve nuttige toepassing plaatsvindt. Daarnaast is van belang dat de ontvanger in vak 2 en de inrichting voor nuttige toepassing in vak 7 in hetzelfde land zijn gevestigd en dus vallen onder de rechtsmacht van het land van ontvangst.

Vak 8 Handeling van nuttige toepassing

De nuttige toepassing is een van de handelingen die zijn genoemd in bijlage II B van Richtlijn 2008/9812/EG:

  • R1 Gebruik als brandstof (anders dan verbranding als zodanig) of andere wijze van energieopwekking. Hoofdgebruik als brandstof of een andere wijze van energieopwekking;
  • R2 Terugwinning van oplosmiddelen;
  • R3 Recycling/terugwinning van organische stoffen die niet als oplosmiddel worden gebruikt;
  • R4 Recycling/terugwinning van metalen en metaalverbindingen;
  • R5 Recycling/terugwinning van andere anorganische stoffen;
  • R6 Terugwinning van zuren of basen;
  • R7 Terugwinning van bestanddelen die worden gebruikt om vervuiling tegen te gaan;
  • R8 Nuttige toepassing van bestanddelen uit katalysatoren;
  • R9 Herraffinage van afgewerkte olie en ander hergebruik van reeds gebruikte olie;
  • R10 Uitrijden voor landbouwkundige of ecologische verbetering;
  • R11 Gebruik van afvalstoffen die bij een van de onder R1 tot en met R10 genoemde behandelingen vrijkomen;
  • R12 Uitwisseling van afvalstoffen voor een van de onder R1 tot en met R11 genoemde behandelingen;
  • R13 Opslag van afvalstoffen bestemd voor een van de onder R1 tot en met R12 genoemde behandelingen (met uitsluiting van voorlopige opslag voorafgaande aan inzameling op de plaats van productie).

Is er sprake van overbrenging van een monster voor laboratoriumanalyse? Dan mag ervan uit worden gegaan dat het monster na analyse een verwijderingshandeling ondergaat en de analyse zelf niet als een handeling van nuttige toepassing kan worden beschouwd.

De handeling die in het laboratorium plaatsvindt kan als D9-handeling worden aangegeven:

  • D9: Fysisch-chemische behandeling op een niet elders op deze lijst aangegeven wijze waardoor verbindingen of mengsels ontstaan, die worden verwijderd op een van de onder D1 tot en met D12 vermelde methoden.

Vak 10 Identificatie van de afvalstoffen

Bazel- of OESO-code: vul hierbij de code uit Bijlage III, IIIA of IIIB van Verordening 1013/2006 in. De code kan uit Bijlage IX van het verdrag van Bazel komen of uit het OESO-besluit, aanhangsel 3.

Aanvullend op de Bazel- of OESO-code moet de code uit de Europese afvalstoffenlijst (EURAL) worden vermeld. In Nederland wordt voor een nationale code de Eural-code gebruikt.

Vak 11 Betrokken landen of staten

Het verdrag van Bazel hanteert de term 'staten', Het OESO-besluit hanteert 'OESO-landen' en de Europese Gemeenschap 'lidstaten'. Gebruik hier bij voorkeur de namen of landcodes volgens ISO-standaard 3166.

Naast het land van verzending en bestemming dienen alle doorvoerlanden te worden vermeld.

Vak 12 en 13 Ondertekening door opdrachtgever respectievelijk ontvanger

Geen opmerkingen.

Vak 14 Ondertekening door inrichting van nuttige toepassing of door het laboratorium

De inrichting van nuttige toepassing of het laboratorium ondertekent voor ontvangst en geeft de ontvangen hoeveelheid op het formulier aan. Ook wanneer de ontvanger in vak 13 dezelfde is als de inrichting voor nuttige toepassing of het laboratorium, moeten beide vakken worden ondertekend.