Beleidsregel kwaliteitseisen brandstoffen naar lage- en middeninkomenslanden

In Nederland geproduceerde brandstoffen voor het wegverkeer in Europa (dus ook Nederland) moeten voldoen aan strenge eisen om overmatige luchtverontreiniging te voorkomen. Een belangrijk deel van de geproduceerde brandstoffen gaat naar lage- en middeninkomenslanden buiten Europa. Ook deze brandstoffen moeten van voldoende kwaliteit zijn.

De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft daarom een beleidsregel gepubliceerd die vanaf 15 augustus 2022 van kracht is en eisen stelt aan benzeen, zwavel en mangaan.

Schonere brandstof in West-Afrika

Sinds eind mei 2023 leven vanuit Nederland opererende bedrijven de beleidsregel na. De naar lage- en middeninkomenslanden geëxporteerde autobrandstoffen zijn daarmee van betere milieuhygiënische kwaliteit. De gehaltes zwavel, benzeen en mangaanadditief zijn stevig afgenomen ten opzichte van de situatie van voor 15 augustus 2022. 

In landen met lage en middeninkomens wordt nu vaker gereden met brandstof van een betere kwaliteit. Dit heeft een positief effect op mens en milieu. Nederland is samen met België wereldwijd de grootste  producent en exporteur van brandstoffen (benzine) voor het wegverkeer in West-Afrikaanse landen. Meer dan de helft van alle benzine die in West-Afrika wordt ingevoerd komt uit het ARA-gebied (Amsterdam, Rotterdam, Antwerpen). De maatregel van de ILT heeft dus grote impact. 

Gelijk speelveld

Nadat Nederland in de Benelux Unie in overleg was met andere landen over de invoering van vergelijkbare maatregelen, heeft de Belgische regering november 2023 aangekondigd een Koninklijk Besluit voor te bereiden. Dat is heel belangrijk nu onderzoek van de ILT een jaar na invoering van de Beleidsregel laat zien dat er sprake is van verschuiving. Ook zijn er positieve ontwikkelingen bij importlanden. De ILT blijft de markt volgen en helpt IenW om, nu ook samen met België, mee te bouwen aan een internationaal gelijk speelveld. Een verbetering van de kwaliteit van deze brandstoffen past ook bij de actieve rol die Nederland internationaal wil spelen in de energietransitie en klimaatbeleid. 

Toezicht en handhaving

De ILT verwacht van bedrijven dat ze hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen als producent. Toch zijn er nog steeds signalen dat sommige bedrijven de beleidsregel ontwijken door de productie van laagwaardige brandstoffen in andere landen uit te voeren en/of op zee te mengen. De ILT onderzoekt deze signalen waar mogelijk en treedt op bij overtredingen. 

Na publicatie van de beleidsregel is de ILT de naleving door de Nederlandse oliebedrijven en -handelaren nauwgezet gaan volgen. Op basis daarvan richtte ze haar toezicht in volgens de Landelijke Handhavings Strategie (LHS). Eerder in 2023 constateerde de ILT bijvoorbeeld dat een oliehandelaar bewust partijen benzine maakt met veel te hoge benzeengehaltes, en deelde informatie hierover met het Openbaar Ministerie. De ILT kan bedrijven die hun zorgplicht onvoldoende invullen onder meer een last onder dwangsom opleggen. Ook kan ze het strafrechtelijke traject volgen.

Daarnaast informeerde de ILT Nederlandse en buitenlandse banken met klanten in deze sector over de beleidsregel. Banken moeten in het kader van anti-witwasbeleid borgen dat zij geen activiteiten financieren die in strijd zijn met regelgeving, waaronder het zorgplicht artikel uit de Wet Milieubeheer.