inspecteur

Marktpartijen hebben weinig kennis over eisen toegangspoorten

Veel bedrijven die toegangspoorten maken of op de markt brengen, hebben weinig kennis over de Europese wetgeving waaraan hun product moet voldoen. Deze poorten sluiten bedrijfsterreinen maar ook bijvoorbeeld percelen van particulieren af. Het grootste deel van de markt test de poorten niet aan de geldende norm. De bedrijven houden zich daarmee niet aan de eisen vanuit de Europese Verordening bouwproducten (305/2011/EEG).

Als de poort niet voldoet aan de wetgeving hebben afnemers en gebruikers geen informatie over de prestaties en/of geen garantie dat de poort voldoet aan de geclaimde prestaties over veiligheid en duurzaamheid. Door het ontbreken van testen komen er risicovolle producten op de markt en wordt er een onrechtmatig economisch voordeel behaald. Dit zorgt voor een oneerlijke concurrentiepositie.
Onbekendheid met de regelgeving is de belangrijkste oorzaak. De meeste bedrijven werken wel aan verbetering. Dat blijkt uit onderzoek van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). De ILT controleert of bouwproducten die binnen de EU verkocht worden, voldoen aan de Europese Verordening bouwproducten. Ze onderzocht vanaf 2019 tot 2021 in totaal 50 handmatig bediende en elektrische toegangspoorten bij 25 Nederlandse bedrijven.

Incidenten en ongelukken

Een reeks van incidenten en ongelukken met toegangspoorten was de aanleiding voor het onderzoek. Twee daarvan hadden door het omvallen van een schuifpoort een dodelijk afloop. Daarnaast hebben de NEN-normcommissie en de brancheorganisatie Nederlandse Hekwerk Industrie (NHI) hun zorgen geuit over producten op de Nederlandse markt die niet voldoen.

Bevindingen inspecties

De ILT heeft via een steekproef 25 bedrijven geselecteerd waarbij is gekeken naar geografische spreiding en verdeling wel/niet lid van brancheorganisatie NHI. De ILT heeft in dit onderzoek de bedrijven administratief getoetst. Er zijn geen fysieke testen door de ILT uitgevoerd.

Van de bedrijven die ILT onderzocht had 80% tijdens de inspectie geen CE-markering en prestatieverklaring opgesteld. De ILT stelde vast dat er binnen de markt weinig tot geen kennis was van de Verordening Bouwproducten. Vanuit de markt kwam het signaal dat er weinig noodzaak was om de prestatieverklaring, CE-markering én het technische dossier (op orde) te hebben. Veel bedrijven hadden hun zaken niet op orde omdat zij het gevoel hadden dat er toch niet gecontroleerd wordt. Door de inspecties kregen de bedrijven een beter beeld van de wetgeving en de geldende geharmoniseerde norm voor poorten (EN 13241+A2:2016) en het belang om daaraan te voldoen. Het grote aantal bedrijven (88%) dat na de inspectie maatregelen nam om hun zaken op orde te krijgen, toont wel de goede wil van de bedrijven. De ILT heeft deze bedrijven de kans gegeven om de tekortkomingen te herstellen.

Naast het gebrek aan algemene kennis over de Verordening bouwproducten nam de markt aan dat handmatig bediende poorten niet binnen de reikwijdte van de geharmoniseerde norm vielen. Deze onterechte aanname zorgde er ook voor dat veel van de geïnspecteerde poorten niet voldeden.

De volgende overtredingen werden bij fabrikanten en distributeurs vastgesteld:

  • CE-markering en prestatieverklaring ontbraken of waren onvolledig.
  • Het niet voeren van een prestatieverklaring, CE-markering en technisch dossier op eigen naam. Vanuit de Verordening bouwproducten geldt de eis dat distributeurs en importeurs die poorten verkopen onder eigen merknaam aan de verplichtingen van een fabrikant moeten voldoen.

Sommige van de geïnspecteerde bedrijven gingen er onterecht vanuit dat ze onder de uitzondering van artikel 5 van de Verordening bouwproducten vielen, om af te mogen zien van het opstellen van de prestatieverklaring vanwege het leveren van maatwerk (zie uitklapkader ‘Vaak toch geen maatwerk’ onder de grafiek).

Het niet hebben van onderliggende testrapporten en een gedegen productiecontrole in de fabriek kan leiden tot risico’s bij het gebruik van toegangspoorten (zie hiervoor ook het uitklapkader ‘Essentiële kenmerken en veiligheid’ helemaal onder aan). Het onderzoek stelde niet vast dat de ongelukken en incidenten met poorten uit het verleden ontstonden door fabricage fouten of het niet op orde hebben van een technisch dossier. Zoals eerder genoemd waren de incidenten wel een aanleiding om dit marktsegment onder de loep te nemen om te zien hoe bedrijven omgaan met het bewaken van de kwaliteit.

Branche werkt aan verbetering

Onbekendheid met de geldende regelgeving is de belangrijkste oorzaak van het niet voldoen aan de regelgeving. Het onderzoek van de ILT verhoogde het bewustzijn bij de branche en vergrootte de kennis. De ILT gaf mede vanwege de covidpandemie de bedrijven langer de kans om tekortkomingen te herstellen. Ook legde zij niet direct zware sancties op. De herstelmaatregelen zijn door de ILT gecontroleerd en daaruit bleek dat de goede wil om de regels na te leven sterk verbeterd is. Van een situatie waarin 21 bedrijven geen of gedeeltelijke CE-markering, prestatieverklaring of technisch dossier konden laten zien, zijn nu 13 bedrijven bezig om de documenten op orde te krijgen. Het aantal bedrijven dat inmiddels alles op orde heeft, is van 4 naar 10 gestegen. Tot slot stopte ook één partij helemaal met haar activiteiten. De marktpartijen lijken daarmee bereid om de slag te maken naar betere naleving en het op orde hebben van hun technische documentatie. De ILT zal dit monitoren en bewustwording verder stimuleren, met als doel minder ‘non-conforme’ toegangspoorten op de markt. De bedrijven die de ILT onderzocht moeten allemaal voor eind 2022 hun administratie op orde hebben.

Aanwezigheid van CE-markering, prestatieverklaring en technisch dossier

Aanwezigheid van CE-markering, prestatieverklaring en technisch dossier
AanwezigNiet aanwezigMee bezig(Tijdelijk) Gestopt
Bij eerste inspectie42100
Na verificatie101131
Brontabel als csv (113 bytes)

Eisen vanuit de wetgeving

Poorten vallen binnen de reikwijdte van de geharmoniseerde norm EN 13241+A2:2016 en daarmee onder de reikwijdte van de Verordening bouwproducten. Bedrijven die poorten in de handel brengen en op de markt aanbieden moeten voldoen aan de eisen uit deze Europese wetgeving.

Een fabrikant hoort in het bezit te zijn van een technisch dossier. Hierin wordt aangetoond dat zijn gefabriceerde poort de prestaties haalt zoals hij verklaart op de prestatieverklaring en de CE-markering. De prestaties moeten worden vastgesteld via een initiële type test en voor enkele essentiële kenmerken moet dit worden bepaald door een bevoegde aangemelde instantie. Dit geldt voor acht van de tien essentiële kenmerken. Zie ook het kader ‘Essentiële kenmerken en veiligheid’. Aan de hand van de initiële type test wordt de prestatieverklaring en de CE-markering opgesteld. 

Ook moet er in het technisch dossier beschreven zijn hoe de kwaliteit en conformiteit van het product wordt bewaakt tijdens de productie. De ILT gaf in haar onderzoek extra aandacht aan het op orde hebben van de productiecontrole. Ook wel Factory Production Control genoemd.  

Distributeurs oftewel handelaren hebben een zorgplicht als zij producten op de markt aanbieden. Dit houdt onder andere in dat zij moeten controleren of de producten die zij verkopen een CE-markering en een prestatieverklaring hebben.

Na de eerste inspectieronde, die viel tijdens de coronaperiode en vooral telefonisch/ per e-mail is uitgevoerd, is besloten enkele bedrijven alsnog fysiek te bezoeken. Hieruit bleek dat sommige bedrijven een andere marktrol (fabrikant of distributeur) wilde vervullen of vanuit de regelgeving een andere rol kregen. Door een verandering in marktrol krijgen bedrijven vanuit de regelgeving andere verplichtingen.