Instructie voor gemandateerde organisaties; binnenvaart - proefvaren

Deze instructie kan worden aangemerkt als vallend onder artikel 1.4 van de Overeenkomst klassenbureaus en keuringsinstanties. Binnenvaartcertificaten worden namens de Minister verstrekt door daarvoor gemandateerde klassenbureaus en keuringsinstanties. Deze instructie is bedoeld om eenduidigheid te bewerkstelligen bij het onderzoek voor, en de afgifte van binnenvaartcertificaten door de klassenbureaus en de keuringsinstanties.

Dit is versie 1.0, vastgesteld tijdens de TC-vergadering van 10 maart 2022.

Instructie

Schepen en samenstellen moeten over voldoende vaar- en manoeuvreereigenschappen beschikken. De eisen die gesteld worden aan de vaar en manoeuvreereigenschappen zijn opgenomen in hoofdstuk 5 dan ES-TRIN en worden verder uitgewerkt in de ESI-II-3, voorgeschreven minimum snelheid vooruit, stopeigenschappen en achteruitvaareigenschappen. En in de ESI-II-4, Uitwijk en keereigenschappen.

Conform de richtlijn 2016/1629 bijlage V artikel 2.03 lid 2 moet er bij her-motorisering altijd proefgevaren worden aangezien er bij her-motorisering altijd sprake is van een essentiële wijziging van de voortstuwingsinstallatie.

Artikel 5.02 lid 2 van ES-TRIN geeft aan dat de Commissie van deskundigen geheel of gedeeltelijk kan  afzien van een proefvaart wanneer er op andere wijze kan worden aangetoond dat er wordt voldaan aan de minimale vaar- en manoeuvreereigenschappen. Dit artikel biedt daarmee de ruimte aan de Commissie van deskundigen om op het moment dat er aan boord van een vaartuig een her-motorisering van de voortstuwingsmotor(en) plaatsvindt er niet in alle gevallen opnieuw hoeft te worden proefgevaren.

In onderstaande tabel is opgenomen in welke situaties er opnieuw met het vaartuig moet worden proefgevaren c.q. opnieuw onderzocht moet worden.

Opnieuw proefvaren bij her-motorisering

Certificaat

Duwbijlage

Rijn/Zone R

Communautair

DuwB oud

DuwB nieuw

Punt 15

Vaststellen manoeuvreer-eigenschappen hoofdstuk 5

Bij een lager vermogen na her-motorisering

Bij een lager vermogen na her-motorisering

Hoofdstuk 6 Bij een proefvaart dient de werking van de stuurinrichting als geheel te worden gekeurd.

Als het nieuw geïnstalleerd  vermogen 10% meer is dan het oude vermogen.

Als het nieuw geïnstalleerd  vermogen 10% meer is dan het oude vermogen.

Geluidsmeting

Bij her- motorisering moet er een nieuwe geluidsmeting plaatsvinden in alle ruimtes en geluid op 25 meter afstand.

Bij her- motorisering moet er een nieuwe geluidsmeting plaatsvinden in alle ruimtes en geluid op 25 meter afstand.

Duwen

Bij her- motorisering vervalt de duwbijlage DuwB oud.

Bij een lager vermogen na her-motorisering.

Bij een lager vermogen na her-motorisering.