Raad van State: hybride scheiding Woonstichting de Key kan volgens Woningwet

02-07-2021 De Raad van State (RvS) heeft op 30 juni 2021 bepaald dat de hybride scheiding, zoals Woonstichting De Key deze heeft doorgevoerd, een wettelijke grondslag heeft in de Woningwet. Hierbij is sprake van een administratieve scheiding van DAEB (sociale huurwoningen) en niet-DAEB (commerciële activiteiten), waarbij een deel van het niet-DAEB-bezit juridisch is afgesplitst en is ondergebracht in een dochtervennootschap. De uitspraak van de RvS betekent dat ook andere gerealiseerde hybride scheidingen, die op deze wijze zijn ingevuld, wettelijk zijn toegestaan.

De receptie bij de Raad van State. De focus van het beeld ligt op de letters 'Raad van State' op de muur achter de balie.

Wel instemmingsrecht

Tegelijk heeft de RvS bepaald dat bij deze invulling van de hybride scheiding wél een instemmingsrecht bestaat voor de huurdersorganisatie(s). Daarbij stelt zij duidelijk dat het geen vetorecht is. De RvS stelt dat ook als van het instemmingsrecht wordt uitgegaan, het ontbreken van instemming van een organisatie met een scheidingsvoorstel niet noodzakelijkerwijs betekent dat de minister het voorstel niet kan goedkeuren.

Opnieuw beslissing op bezwaar

In de beslissing op het bezwaar dat is gemaakt door de huurdersorganisaties, is dus ten onrechte niet uitgegaan van het instemmingsrecht. Omdat aan het ontbreken van instemming een zwaarderwegende betekenis toekomt dan aan een negatieve zienswijze, moet de minister opnieuw een beslissing op bezwaar nemen. Daarbij moet de minister uitgaan van een instemmingsrecht van de huurdersorganisatie(s) en het niet instemmen van die organisatie(s) bij de beoordeling op een juiste wijze meewegen.

Met de uitspraak van de Raad van State vervalt de schorsing van de verplichting om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar. De ILT neemt daarom binnen 6 weken, gerekend vanaf 1 juli 2021, een nieuwe beslissing op bezwaar met in achtneming van de uitspraak.