RIVM-advies minimale verblijftijd droog ziekenhuisafval coronapatiënten

Als tijdelijke oplossing van het tekort aan specifieke verpakkingen staat de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), gedurende de coronacrisis vanaf 27 maart 2020 toe dat uitsluitend ‘droog’ afval dat ontstaat bij de verpleging van patiënten die zijn besmet met COVID-19 op een andere wijze wordt verpakt en vervoerd. Dit geldt voor de intensive care unit (ICU) en de normale verpleegafdelingen.

Over de vraag in hoeverre de verblijftijd van dit afval, dat verpakt is in kunststof zakken, invloed heeft op de indeling als infectueus afval, is in de ‘afvalwereld’ de nodige onduidelijkheid ontstaan. De ILT heeft hierover advies gevraagd aan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).

Conclusie RIVM

Op basis van een inschatting van de hoeveelheid virus in een afvalzak met ‘droog’ afval, een inschatting hoe snel dit virus geïnactiveerd wordt en hoe dit afval door de afvalverwerker moet worden verwerkt, heeft het RIVM op 5 april 2020 de volgende conclusie getrokken:

'Vanwege de vele onzekerheden in verschillende aannames (aannames die door het RIVM zijn gedaan), de beperkte beschikbare literatuur en onzekerheden over temperatuur en luchtvochtigheid van het afval in een afgesloten afvalzak, kan niet met zekerheid worden vastgesteld dat het infectueuze materiaal in de afvalzak na 20 dagen vrij is van infectieus materiaal en dus niet behandeld kan worden als huishoudelijk afval’.

Conclusie ILT

De conclusie die de ILT hieruit trekt (afgestemd met het RIVM) is als volgt:

'Het droge ziekenhuisafval dat ontstaat bij de verpleging van patiënten die zijn besmet met COVID-19 mag uitsluitend worden verpakt, vervoerd en verwerkt als UN 3291, Ziekenhuisafval, ongespecificeerd, n.e.g., klasse 6.2, verpakkingsgroep II van het ADR. De werkinstructie ILT: ziekenhuisafval i.v.m patiënten besmet met COVID-19 van 27 maart 2020 blijft onverkort van toepassing.'