De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) houdt toezicht op de kwaliteit en samenstelling van brandstoffen, zoals benzine, diesel, gasolie en stookolie. Ook ziet de ILT toe op het transport van brandstoffen. Lees wat het toezicht inhoudt en oplevert.
Bedrijven of personen die onder toezicht staan
De ILT controleert of bedrijven en personen zich houden aan de wet- en regelgeving voor brandstoffen. Kies hierna uw situatie om te zien waarop de ILT controleert.
U brengt benzine of diesel voor wegvoertuigen op de markt. De ILT controleert u bijvoorbeeld op het volgende:
Voldoen de eigenschappen en de samenstelling van de brandstof aan de eisen?
Is het zwavelgehalte in de brandstof maximaal 10 milligram per kilo?
Is de dampspanning van benzine laag genoeg en is het vlampunt van brandstof hoog genoeg? Bevat diesel geen zware componenten die slecht branden, zoals elementen uit stookolie?
Is uw administratie compleet en duidelijk? En komen de normen van de brandstof overeen met dat wat u in uw administratie staat?
Betaalt u de verplichte accijns over de brandstof die u levert of produceert aan de Belastingdienst?
Houdt u zich bij het bijmengen van biobrandstoffen, zoals ethanol en FAME, aan de maximale toegestane hoeveelheid? En geeft u de juiste informatie over deze bijmenging door aan de koper of gebruiker?
Laat u afnemers weten aan welke norm de brandstof voldoet, bijvoorbeeld met stickers met daarop E5, E10, B7 of XTL volgens de Europese norm EN 16942? En of die brandstof geschikt is voor hun voertuigmotor?
Hanteert u bij de export van brandstoffen vergelijkbare standaarden als in Nederland, zodat de brandstoffen geschikt zijn voor voertuigmotoren en zij milieuschade beperken? Lees meer op de pagina Kwaliteitseisen aan brandstoffen voor de export.
U produceert of levert brandstoffen voor binnenvaartschepen of mobiele werktuigen in de bouw, landbouw, waterbouw en wegenbouw. Mobiele werktuigen zijn bijvoorbeeld landbouwtrekkers en graafmachines. De ILT controleert u onder andere op het volgende:
Voldoen de eigenschappen en de samenstelling van de brandstof aan de eisen?
Als u brandstof levert aan een locatie waar ook wegvoertuigen kunnen tanken: voldoen de eigenschappen en de samenstelling van de brandstof aan de eisen voor brandstoffen voor wegverkeer?
Is het zwavelgehalte in de brandstof maximaal 10 milligram per kilo?
Blijft u bij het bijmengen van biobrandstoffen in gebruikelijke brandstoffen (de marktbrandstoffen) onder de maximale waarden?
Als het percentage biobrandstoffen in uw brandstof hoger is dan de maximale waarden (meer dan 10% ethanol in benzine en meer dan 7% FAME in diesel): geeft u dit door aan de koper en meldt u dat de afwijkende brandstof niet geschikt is voor algemeen gebruik?
Is uw administratie compleet en duidelijk? En is de samenstelling van de brandstof hetzelfde als wat u in uw administratie aangeeft?
Heeft u gescheiden systemen voor verschillende brandstoffen? Of heeft u een goede spoeling om verontreinigingen te voorkomen?
U produceert of levert brandstof (stookolie) voor de zeevaart. De ILT controleert u bijvoorbeeld op het volgende:
Houdt u zich aan de afspraken bij de levering? Levert u wat u zegt te leveren? En bent u duidelijk over stoffen in de stookolie die mogelijk een risico vormen voor motor, mens of milieu?
Laat u bij levering van de brandstof een gezamenlijk brandstofmonster nemen, zodat u bij een meningsverschil een bewijs heeft van de samenstelling van de geleverde brandstof?
Houdt u zich bij het bijmengen van biobrandstoffen zoals FAME aan de maximale toegestane hoeveelheid van 0,50%, als daar geen andere afspraak over gemaakt is?
Is het zwavelgehalte in de brandstof lager dan de maximale afgesproken waarde? Dus maximaal 0,50% m/m (massaprocent) bij gebruik op de oceaan, maximaal 0,10% m/m bij gebruik in Emission Control Areas (ECA’s, Engels) als de Noordzee en Nederlandse zeehavens, en 3,50% of meer bij gebruik door zeeschepen met een scrubber?
Is de informatie en de verklaring op de leveringsnota duidelijk? En kan de brandstof op basis daarvan worden gecontroleerd?
Vermeldt u de norm en het versienummer waaraan de brandstof voldoet? En komt dat overeen met de brandstof die u levert?
Als u afwijkende brandstoffen en brandstofpreparaten levert: controleert u vooraf of de brandstof geschikt is voor de motor? En laat u het aan afnemers weten als zij de afwijkende brandstof niet kunnen combineren met andere stookolie (die bijvoorbeeld achtergebleven is in de tank)?
U vervoert brandstoffen, zoals benzine, diesel, gasolie en stookolie. De ILT controleert u bijvoorbeeld op het volgende:
Voldoet de brandstoflading aan de veiligheidseisen?
Heeft u de benodigde veiligheidsinformatiebladen van de lading bij zich?
Is de tank waar de lading in zit gekeurd?
Is aan buitenkant van het transportmiddel te zien welk soort gevaarlijke lading u vervoert?
Gebruikt u de juiste markeringen, dus een ADR-bord met het UN-nummer van de stof: 1203 voor benzine en 1202 voor diesel, gasolie en stookolie?
Samenwerking in het toezicht
Bij het toezicht op brandstoffen werkt de ILT samen met de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa), de Douane en de politie:
De ILT en de NEa houden toezicht op de oorsprong en levering van biobrandstoffen. En controleren of leveranciers voldoen aan de eisen aan duurzaamheid.
De ILT en de Douane houden toezicht op de kwaliteitseisen van brandstoffen. En controleren of de leverancier die de brandstof in de handel brengt accijns betaalt.
De ILT en de politie houden toezicht op activiteiten met brandstoffen om strafbare handelingen of valsheid in geschrifte te voorkomen.
Voordelen toezicht op brandstoffen
Het toezicht op de kwaliteit, de samenstelling en het transport van brandstoffen zorgt voor:
Minder milieuschade door minder uitstoot van schadelijke stoffen.
Minder gezondheidsrisico’s door een betere luchtkwaliteit.
Betere bescherming van voertuigmotoren door de juiste kwaliteit van brandstoffen.
Eerlijke concurrentie tussen brandstofleveranciers.
Veiliger transport van brandstoffen.
Vertrouwen in de brandstofmarkt.
Wetten en regelingen
Om de uitstoot van schadelijke brandstoffen te beperken, zijn er Europese regels voor de productie, het transport en het gebruik ervan. Die vindt u in: