Zeevervoer van vaste bulkstoffen

IMSBC-code Appendix 1 geeft voor iedere beoordeelde en geïmplementeerde vaste bulkstof een overzicht van:

• Specifieke kenmerken.
• Gevaren.
• Stuwage en segregatie.
• Bijzondere vereisten.
• Voorzorgsmaatregelen.
• Eventuele noodprocedures.

Dit zijn grotendeels aanvullingen op de algemene regels uit de IMSBC-code. Een testcertificaat van de stof kan vereist zijn.

Voor zeevervoer in bulk van een vaste stof die niet Appendix 1 staat, is vooraf toestemming vereist. Deze toestemming kan de vorm hebben van:

• Een tijdelijke overeenkomst (tripartite provisional agreement, TPA) als de stof valt in groep A, B of A&B. Een TPA is een overeenkomst tussen het land van lading, de vlaggenstaat van elk betrokken schip en het land of de landen van lossing.
• Een autorisatie als de stof valt in groep C.

Aanvraag

Komt een vaste stof niet voor in Appendix 1 én niet in het overzicht van vaste bulkstoffen met een toestemming? Dan kan de ladingeigenaar toestemming aanvragen bij de bevoegde autoriteit in het land van lading. In Nederland is dat de ILT. Doe de aanvraag met het webformulier Solid bulk cargo information reporting questionnaire (Engels). Een testcertificaat van de stof kan vereist zijn.

Toestemming

De TPA of autorisatie kan aanvullingen op de algemene regels uit de IMSBC-code bevatten. De ILT meldt afgegeven toestemmingen binnen 1 jaar aan de IMO, de vlaggenstaat van elk betrokken schip en het land of de landen van lossing. Na behandeling op internationaal niveau kan de IMO vaste bulkstoffen met een toestemming opnemen in Appendix 1 in bijgewerkte edities van de IMSBC-code.

Voor stoffen waarvoor een testcertificaat vereist is, staat in IMSBC-code Appendix 2 welke tests er zijn. In Nederland mogen uitsluitend door de ILT erkende laboratoria deze tests uitvoeren. Alleen als deze laboratoria niet kunnen voldoen aan de eisen uit de IMSBC-code, geldt:

• Bij ononderbroken vervoer van land van herkomst naar land van bestemming:
  De ILT accepteert tests die in het land van herkomst zijn uitgevoerd door een laboratorium dat is erkend door de bevoegde autoriteit van dat land. Er moet een bewijs zijn van deze erkenning.
• Bij onderbreking van het vervoer voor overslag of lossing in Nederland:
  De ILT accepteert tests die in een andere EU-lidstaat zijn uitgevoerd door een laboratorium dat is erkend door de bevoegde autoriteit van dat land. Er moet een bewijs zijn van deze erkenning.
• Als het vervoer begint in Nederland:
  De ILT accepteert tests die in een andere EU-lidstaat zijn uitgevoerd door een laboratorium dat is erkend door de bevoegde autoriteit van dat land. Er moet een bewijs zijn van deze erkenning.