Toezicht op bodem, grond en bouwstoffen

De ILT ziet vooral toe op: 

• Voorkomen van bodemverontreiniging
• Veilig (her)gebruik van grond- en bouwstoffen
• Een goede werking van het Kwalibo-stelsel
• Verbetering van het toezicht in de bodemketen

Kwaliteitsborging in het bodembeheer (Kwalibo)

Het toezicht door de ILT richt zich op risico’s in de bodemketen. Deze zijn onder andere vastgelegd in 21 werkzaamheden die het milieu kunnen belasten. Bedrijven en organisaties die deze werkzaamheden uitvoeren, moeten daarvoor een certificaat en een erkenning hebben. Dit is geregeld in het Kwalibo-stelsel. De overheid en bedrijven werken hierin samen aan verbetering van de kwaliteit van het werk in de bodemketen.

Werkzaamheden waarvoor erkenning nodig is

De 21 bodemwerkzaamheden waarvoor een erkenning verplicht is, staan in de Regeling bodemkwaliteit (Rbk). Voor deze werkzaamheden gelden regels, die zijn vastgelegd in beoordelingsrichtlijnen (BRL’en). Op de website van Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) staat een compleet overzicht van de werkzaamheden en bijbehorende BRL’en.

Erkenning aanvragen

Rijkswaterstaat geeft erkenningen af aan personen en bedrijven die werkzaamheden uitvoeren in de bodem, met grond en met bouwstoffen. Voor het aanvragen van een erkenning is een certificaat nodig van een certificerende instelling (CI). Ook CI’s moeten erkend zijn. De ILT ziet erop toe of CI’s de certificaten terecht afgeven.

Erkenning controleren

Op de website van Rijkswaterstaat staat of een bedrijf, organisatie of persoon erkend is voor bepaalde werkzaamheden en deze mag uitvoeren. De ILT ziet erop toe dat bedrijven een erkenning hebben en volgens de regels werken. Bedrijven die werken zonder erkenning staan bekend als freeriders.

Samenwerken in de bodemketen

Het werk van de ILT bestaat uit meer dan controle en toezicht. Elke organisatie en elk bedrijf in de sector moet zich bewust zijn van de risico’s. Met dit doel doet de ILT het volgende:

• Kennis delen met de sector en signalen uitbrengen, op basis van onderzoek.
• De meest effectieve vorm van handhaving zoeken, samen met andere toezichthouders. Zoals omgevingsdiensten, Rijkswaterstaat en de politie. 
• Meedenken bij het opstellen van nieuwe wet- en regelgeving en beoordelingsrichtlijnen over verbetering van de handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid.