Privacyverklaring handhaving door buitengewoon opsporingsambtenaren (boa's)
Het grootste deel van het toezicht en de handhaving door de ILT gebeurt door medewerkers van de ILT met de rol van toezichthouder die optreden binnen de bestuursrechtelijke sfeer. Dit optreden valt onder de werking van de Algemene verordening persoonsgegevens (Avg). Een deel van de toezichthouders is ook buitengewoon opsporingsambtenaar (boa).
Boa's werken in verschillende teams in de toezichtketens van de ILT. Deze boa’s hebben specifieke opsporingsbevoegdheden voor hun werkterreinen. De persoonsgegevens die zij verwerken zijn zogenoemde politiegegevens. Deze gegevens vallen niet onder de Avg, maar onder het regime van de Wet politiegegevens (Wpg). Deze specifieke privacyverklaring gaat over de verwerking van persoonsgegevens door boa’s bij de uitvoering van hun opsporingstaken, die vallen onder de Wpg.
Deze verklaring is aanvullend op de algemene privacyverklaring van de ILT. Daarin vindt u meer informatie over de verwerking van persoonsgegevens door de ILT in het algemeen, wat uw rechten zijn als de ILT uw gegevens verwerkt en hoe u contact met de ILT opneemt als u vragen heeft. Omdat het hier gaat opsporing door boa’s in het kader van de toezicht- en handhavingstaak van de ILT is het goed om daarnaast de specifieke privacyverklaring voor toezicht en handhaving te lezen. Daarin wordt toezicht en handhaving meer in het algemeen toegelicht.
Wijkt de inhoud van deze specifieke privacyverklaring af van de algemene privacyverklaring, of de specifieke verklaring over toezicht en handhaving? Dan geldt de inhoud van deze specifieke verklaring voor dat afwijkende onderdeel.
De boa's van de ILT verwerken in het kader van de uitvoering van hun taken persoonsgegevens. Zij verwerken daarbij naast persoonsgegevens waarop de Avg van toepassing is bij hun opsporingstaak een speciale categorie persoonsgegevens, namelijk zogenoemde politiegegevens. Deze gegevens vallen, vanuit de opsporingstaak, niet onder de Avg. De specifieke privacyregels die voor politiegegevens gelden vindt u in de Europese richtlijn gegevensbescherming opsporing en vervolging (rl (EU)2016/680). Deze richtlijn is uitgewerkt in de Wet politiegegevens (Wpg).
De regels voor verwerking van politiegegevens houden onder meer in dat opsporingsambtenaren zoals boa’s van de ILT vanwege hun taak gegevens over burgers mogen verzamelen en verwerken, zonder dat zij dit weten.
De persoonsgegevens die de boa’s van de ILT verwerken zijn niet voor iedereen toegankelijk. Alleen bevoegde medewerkers krijgen toegang tot deze gegevens. Zij mogen alleen die gegevens inzien die noodzakelijk zijn om hun werk te kunnen doen. Deze werkwijze van toegang tot de politiegegevens wordt ook wel autorisaties genoemd. U vindt dit terug in artikel 6 van de Wpg.
De artikelen 4, 4a en 4b van de Wpg verplichten de verwerkingsverantwoordelijke om verschillende maatregelen te nemen om de verwerkte persoonsgegevens te beveiligen. Het gaat hier om technische en organisatorische maatregelen. Deze zorgen ervoor dat de gegevens in overeenstemming met de richtlijn worden verwerkt en de rechten van de betrokkenen worden beschermd.
De ILT neemt passende technische en organisatorische maatregelen om politie- en persoonsgegevens te beschermen tegen ongeoorloofde of onrechtmatige verwerking, opzettelijk verlies, vernietiging of beschadiging.
Persoonsgegevens worden niet langer bewaard dan noodzakelijk is voor het doel waarvoor de gegevens zijn verzameld, of op grond van de Wpg is vereist. Voor alle verwerkingen van persoonsgegevens geldt dat de ILT alleen die gegevens gebruikt die voor het betreffende doel noodzakelijk zijn. Voor de gegevens die de ILT op grond van de Wpg verwerkt gelden vaste bewaartermijnen.
De persoonsgegevens worden verwijderd na het verstrijken van de bewaartermijn van 5 jaar (uit de Wpg) waarbinnen deze voor opsporing kunnen worden gebruikt. Er is bij de gegevens die op grond van de Wpg worden verwerkt nog een verschil tussen verwijderen en vernietigen. Worden zulke persoonsgegevens verwijderd? Dan zijn ze nog wel aanwezig, maar ontoegankelijk gemaakt. Tijdens de verwijderbewaartermijn van 5 jaar kunnen gegevens alleen nog in specifieke in de Wpg geregelde gevallen toegankelijk worden gemaakt. Na het verstrijken van beide bewaartermijnen van in totaal 10 jaar, worden de gegevens vervolgens vernietigd. Dan kunnen deze niet meer worden geraadpleegd.
De uitvoering van de wettelijke taak kan met zich meebrengen dat de ILT politiegegevens deelt met externe partners en partijen. Het delen van gegevens gebeurt altijd op basis van een wettelijke grondslag.
De boa van de ILT kan politiegegevens binnen het zogeheten Wpg-domein (politie, ILT-IOD, bijzondere opsporingsdiensten, de Koninklijke Marechaussee en andere boa’s) ter beschikking stellen op grond van artikel 15 van de Wpg. Hierbij geldt de ‘free flow of information’, in beginsel moeten politiegegevens binnen dit domein gedeeld worden. De ontvanger moet de politiegegevens wel nodig hebben voor zijn taak (‘need-to-know’ basis). Het ter beschikking stellen van politiegegevens kan soms worden geweigerd op grond van artikel 2:13 van het Besluit politiegegevens.
De ILT boa’s kunnen politiegegevens delen met partijen buiten het Wpg- domein, als daarvoor in de Wpg, het Besluit politiegegevens en het Besluit politiegegevens buitengewoon opsporingsambtenaren een grondslag is.
Voordat de boa's van de ILT politiegegevens delen, maken zij altijd een noodzakelijkheids-, subsidiariteit- en proportionaliteitsafweging.