Een trein bestaat uit 1 of meerdere spoorvoertuigen. Voor een trein van het hoofdspoor mag vertrekken, moeten spoorwegondernemingen eerst technische en administratieve zaken controleren.
In het veiligheidsmanagementsysteem van de spoorwegonderneming staat hoe het technische profiel van het spoorvoertuig eruitziet. Bijvoorbeeld welke rem-software aan boord is, hoe de deuren open- en dichtgaan en uit welke onderdelen de trein bestaat. Ook kunnen er tekeningen en technische documentatie zijn toegevoegd. De voertuighouder gebruikt voor dit profiel technische informatie uit het dossier van de vergunning.
Voertuig niet onderhouden? Niet inzetbaar in een trein
Is er geen nieuwe ECM bekend bij overdracht van houder? Dan wijzigt de houder de status van het voertuig naar geschorst. Is een voertuig voorbij de revisietermijn? Dan is het niet meer in exploitatietoestand. In beide gevallen zijn er beperkingen in het gebruik van het voertuig.
Voertuigonderhoud
Volgens de TSI Operations 2023/1693 punt 4.2.2.5 (Treinsamenstelling) geldt dat alle voertuigen van de trein hun gespecificeerde onderhoudsinterval moeten naleven tijdens de ondernomen rit. Dat geldt voor zowel tijd als afstand. Is een voertuig voorbij de revisietermijn? Dan is deze niet meer in te zetten voor een treinrit.
Compatibiliteit met de route
Een spoorwegonderneming moet checken of een trein een bepaalde route mag rijden. Dit heet de routecheck oftewel compatibiliteit met de route. De regels hiervoor zijn terug te vinden in bovengenoemde Europese en nationale wet- en regelgeving. Voor de routecheck gebruikt de spoorwegonderneming onder andere de het Europees Voertuig Register (EVR), register voor voertuigtypen (ERATV), de Rail Infra Catalogus (RINF) en haar eigen VBS.
Compatibiliteit met route (niveaus)
De checks uit de TSI OPE 2023/1693 aanhangsel D1 zijn doorlopen op voertuigniveau.
Er is een geldige voertuigvergunning of eerder afgegeven geldige vergunning (VVI/AVVI/Inzetcertificaat/Inzettoelating) voor het gehele inzetgebied. Het voertuig moet nog steeds voldoen aan de kenmerken en voorwaarden van deze eerder opgestelde vergunningen.
Bij voertuigen met een European Rail Traffic Management System (ERTMS) met een typegoedkeuring na 16 juni 2019 zijn alle gecertificeerde ETCS system Compatibility (ESC) – en Radio system Compatibility (RSC) typen correct vermeld in het European Register of Authorised Types of Vehicles (ERATV).
Op het voertuig is een voertuighouderkenmerk (VKM) aangebracht. Dit kenmerk is eerst toegekend aan de organisatie in het VKM Register.
Het voertuig heeft een Entity in charge of maintenance (ECM) met geldig certificaat. Alle (eventueel uitbestede) onderhoudsfuncties zijn ingevuld door partijen.
Technische kenmerken van het voertuigtype zijn door de typehouder aan de spoorwegonderneming verstrekt. Dit kan onder andere via ERATV.
Is er geen geldige vergunning en/of registratie voor een spoorvoertuig? Dan moet er een (tijdelijke) ontheffing voertuigvergunning voor Nederland beschikbaar zijn. Als het om een testvoertuig gaat, kan er ook een tijdelijke vergunning voor testen worden aangevraagd.
De treinsamenstelling is geschikt voor de route.
De checks uit de TSI OPE 2023/1693 aanhangsel D1 zijn doorlopen op treinniveau.
De spoorwegonderneming is op de hoogte van het technisch ontwerp van de route. Deze actuele informatie is verkregen via de infrabeheerder. Dit gebeurt onder andere via het Europese Register of Infrastructure (RINF).
Bij het ontstaan van een nieuwe treinsamenstelling kan het voorkomen dat de spoorwegonderneming de Common Safety Methods for Risk Evaluation and Assessment (CSM REA) moet toepassen. Deze Europese uitvoeringsverordening geeft de methodiek voor risico-evaluatie en risicobeoordeling, zodat het veiligheidsniveau op het spoor hoog blijft. Het veiligheidsbeheerssysteem van de spoorwegonderneming ondersteunt deze stap.