Per 1 januari 2024 is een aantal wijzigingen doorgevoerd in de Wet wegvervoer goederen (WWG). 1 van de wijzigingen gaat over de ketenaansprakelijkheid binnen de transportsector. Naast de vervoerders zijn nu ook de afzenders en expediteurs verantwoordelijk voor een eerlijke transportsector.
Wat betekent deze ketenaansprakelijkheid?
Afzenders en expediteurs moeten gebruikmaken van vervoerders die zich aan de regels houden. De ketenaansprakelijkheid zorgt ervoor dat zij nu ook verantwoordelijk zijn voor een eerlijke transportsector. Als de vervoerder zich niet aan de regels houdt, kunnen de afzenders of expediteurs van dat transport nu ook verantwoordelijk worden gehouden. Denk aan de opdrachtgever of tussenhandelaar. Dit zijn bedrijven die goederen versturen of als bemiddelaar werken, maar niet zelf de goederen vervoeren. Dit kunnen overigens ook vervoerders zijn die hun opdrachten door onderaannemers laten uitvoeren.
Voor welke overtredingen geldt ketenaansprakelijkheid?
De ketenaansprakelijkheid geldt voor overtredingen van Verordening 1072/2009 die zijn vastgesteld in de Wet wegvervoer goederen. De kentekenaansprakelijk is vastgesteld op basis van artikel 14 bis van Verordening 1072/2009. Deze ketenaansprakelijkheid is van toepassing op:
- Illegale cabotage: het vervoer van goederen over de weg binnen een lidstaat van de EU voor rekening van een vervoerder die in een andere lidstaat is gevestigd.
- Het verrichten van beroepsvervoer zonder vergunning.
- Het verrichten van beroepsvervoer zonder gewaarmerkte kopie van de vergunning op de vrachtauto.
- Het beroepsvervoer zonder bestuurdersattest wanneer dit nodig is.
Wanneer geldt de kentekenaansprakelijkheid?
De ketenaansprakelijkheid geldt op het moment dat een afzender, expediteur of onderaannemer weet, of had moeten weten, dat een vervoerder die voor hem wegvervoer verricht, in strijd handelt met Verordening 1072/2009.
Gezamenlijke verantwoordelijkheid
Het is dus noodzakelijk dat afzenders en expediteurs goed controleren of hun vervoerders zich aan de regels houden. Ook moeten zij opletten dat het uitbestede vervoer volgens de regels wordt uitgevoerd. Dit gebeurt soms via onderaannemers, zonder dat de afzenders en expediteurs daar zicht op hebben. In sommige gevallen zijn deze uitbestedingen niet goed geregeld. Afzenders en expediteurs kunnen afspraken maken met vervoerders om de regels na te leven. Ook kunnen zij afspreken de vervoerders te controleren.
Dat kan bijvoorbeeld door te bekijken of een Nederlandse vervoerder een geldige vergunning heeft. Dit kan in het openbaar register van vergunningverlener NIWO. Worden er daarnaast meer dan 3 ritten uitbesteed die binnen Nederland worden gereden? Dan kunnen afzenders om een Nederlandse vervoerder vragen.
Toezicht ILT
De ILT controleert op de naleving van onder andere de ketenaansprakelijkheid. Dit gebeurt door middel van weg- en bedrijfsinspecties. Als er eventueel overtredingen worden ontdekt, kan de ILT onderzoek doen naar de afzenders of expediteurs van een vervoerder. Hiermee wordt duidelijk in hoeverre deze partijen wisten dat er regels werden overtreden.
Niet alleen de directe afzenders en expediteurs van het vervoer kunnen worden onderzocht. Dit geldt ook voor de originele afzender of expediteur. Als blijkt dat er overtredingen van de ketenaansprakelijkheid hebben plaatsgevonden, dan kan de ILT handhavend optreden door een last onder dwangsom op te leggen of strafrecht toe te passen. Een last onder dwangsom wordt opgelegd bij elke nieuwe overtreding van artikel 2.14 WWG, per tijdseenheid of u betaalt een bedrag in 1 keer. In het strafrecht kan er een proces-verbaal tegen u worden opgemaakt. Dit wordt ingediend bij het Openbaar Ministerie (OM). Het OM bepaalt dan of het tot een strafbeschikking of vervolging overgaat.