Op locaties waar met milieugevaarlijke stoffen wordt gewerkt, mogen er geen stoffen in de bodem terechtkomen. Een vloeistofdichte bodemvoorziening zorgt hiervoor. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) houdt hier toezicht op.
Aanleg, inspectie en herstel van vloeistofdichte bodemvoorzieningen vallen onder de werkzaamheden waarvoor een erkenning nodig is. Wanneer het gaat om het tanken van brandstoffen van meer dan 25.000 liter brandstof per jaar, mogen alleen erkende bedrijven deze vloeistofdichte voorziening aanleggen.
Toezicht
De ILT ziet erop toe dat vloeistofdichte bodemvoorzieningen worden aangelegd volgens de regels en door erkende bedrijven. Ook omgevingsdiensten hebben een belangrijke taak bij vloeistofdichte bodemvoorzieningen. Zij houden toezicht op het gebruik van de voorziening door de eigenaar. Deze 2 toezichtstaken versterken elkaar.
Risico’s en aandachtspunten
- Er is een risico op bodemverontreiniging wanneer bedrijven niet volgens de regels werken of zonder erkenning. De ILT ziet het niet naleven van de regels vooral bij:
- Melden van het werk bij de omgevingsdienst.
- Testen van de bedrijfsriolering.
- Inhuur van niet-erkend personeel of een niet-erkende onderaannemer.
- Administratie van het werk- en keuringsplan.
