Dit informatieblad gaat in op de aandachtsgebieden die een rol spelen bij plannen voor zonnepanelenparken rondom luchthavens en het mogelijke effect op luchtvaartveiligheid. Dit informatieblad is een handreiking en geen regelgeving. De inhoud wordt geactualiseerd wanneer nodig.
Inleiding
Met de groei van hernieuwbare energie worden in alle delen van de wereld steeds meer zonnepanelenparken op en in de nabijheid van luchthavens ontwikkeld. Nieuwe technologie kan ook veiligheidsproblemen en -risico’s met zich meebrengen.
De Europese wetgever, de European Union Aviation Safety Agency (EASA), die gaat over de veiligheidsregelgeving in de luchtvaart, heeft verplicht dat er bij activiteiten in de omgeving van luchthavens, waaronder de bouw van zonnepanelenparken, een consultatie moet plaatsvinden. In Nederland is deze verplichting neergelegd in de Omgevingswet en de Algemene wet bestuursrecht.
Zonlichtweerkaatsing kan leiden tot tijdelijke verblinding of afleiding van vliegers tijdens kritieke fases van de vlucht, zoals de nadering en landing. Zie bijvoorbeeld de uitspraak van Rechtbank Noord-Holland (juli 2025) in een kort geding over een zonnepark in de buurt van Schiphol. Daarnaast kan ook luchtverkeersleiding gehinderd worden wanneer gereflecteerd zonlicht in de richting van de verkeerstoren wordt weerkaatst. Zulke effecten vormen een reëel gevaar voor de vliegveiligheid. Hetzelfde geldt voor andere gebruikers op de luchthaven.
Dit informatieblad is bedoeld om belanghebbenden te informeren over de aandachtsgebieden die een rol spelen bij plannen voor zonnepanelenparken rondom luchthavens en het mogelijk effect op luchtvaartveiligheid. Het kan gebruikt worden door gemeentes of provincies om initiatiefnemers te informeren over het voorkomen en zo nodig mitigeren van risico’s. Verder kan het ook gebruikt worden door initiatiefnemers om inhoudelijk in gesprek te gaan met de luchthavens en de luchtverkeersleidingsorganisatie.
Voor geplande projecten in de nabijheid van luchthavens wordt het dringend aanbevolen om in een vroeg stadium contact op te nemen met de exploitant van de luchthaven en de luchtverkeersleidingsorganisatie (Luchtverkeersleiding Nederland, LVNL) om te zorgen dat de luchtvaartveiligheid gewaarborgd blijft. Daarnaast wordt het sterk aanbevolen om in de consultatie te wijzen op het belang van de vliegveiligheid, zodat hier bij de ontwikkeling van een zonnepanelenpark rekening mee kan worden gehouden. Denk aan richting, hellingshoek of type glas dat wordt toegepast.
Regelgeving
Uit onderzoek en ervaringen in de praktijk blijkt dat het plaatsen van zonnepanelen op of naast een luchthaven een gevaar kan opleveren voor de luchtvaart en luchtvaartgerelateerde activiteiten. Als onderdeel van het ontwikkelingsproces voor de plaatsing van deze zonnepanelen is het noodzakelijk om een grondige veiligheidsanalyse uit te voeren om zo de (mogelijke) gevaarzetting voor de luchtvaart kaart te brengen. Zo bepaalt de EASA dat het risico op het gevaar op verblinding door grote en sterk reflecterende oppervlakken (waaronder zonneparken) gerelateerd aan grondgebruik en menselijke activiteiten in de omgeving van een luchthaven, moet worden beoordeeld en zo nodig gemitigeerd.
Deze noodzaak is afgeleid van internationale regelgeving voor het veilig gebruik van een luchthaven. De regels zijn onder meer vastgelegd in Verordening (EU) 139/2014 en bevatten onder andere:
- Veiligheidsmanagementsysteem van een luchthaven (zie ADR.OR.C.005 Aerodrome operator responsibilities) en ADR.OR.D. 005 (Management System).
- Mitigeren van veiligheidsrisico’s in de omgeving van de luchthaven (zie ADR.OPS.B.075 Safeguarding of aerodromes).
Voor luchthavens die vallen onder ICAO Annex 14, Deel I, hoofdstuk 1.4 en de Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen, Afdeling 2, artikel 4 en niet onder Verordening (EU) 139/2014, is dit informatieblad ook van toepassing.
Het uitvoeren van een veiligheidsstudie vooraf aan het plaatsen van zonnepaneelvelden is essentieel. Ontstaan er na het plaatsen van een zonnepaneelveld veiligheidsproblemen, dan kan het bevoegd gezag maatregelen eisen van de exploitant van een zonnepaneelveld.
Elementen die de veiligheid kunnen beïnvloeden
De belangrijkste aandachtspunten bij veiligheidsrisico’s van het plaatsen van zonnepanelen op of in de nabijheid van luchthavens zijn:
- Fysieke obstakels.
- Turbulentie.
- Weerspiegeling en schittering.
- Interferentie met Communicatie, Navigatie en Surveillance systemen.
- Faunabeheer.
- Toegankelijkheid voor reddings- en brandbestrijdingsdiensten.
- Accumulatie van ongewenste voorwerpen op zonnepaneelvelden.
Fysieke obstakels
Zonnepanelen kunnen als obstakel aangemerkt worden voor wat betreft de obstakelbeperkingsvlakken van ICAO Annex 14. Maar ook in relatie tot de zichtlijnen (bijvoorbeeld vanaf de verkeerstoren of voor de bestuurders van voertuigen op de luchthaven) en voor de brandweer en andere hulpdiensten als de zonnepanelen door hun positie de reddingsoperatie bemoeilijken.
Turbulentie
Deze 2 aspecten zijn hier van toepassing:
- Turbulentie die wordt gegenereerd of versterkt door de aanwezigheid van zonnepanelen met een effect op luchtvaartuigen die de zonnepanelen overvliegen.
- Het risico dat zonnepanelen los kunnen raken door jet blast en zog turbulentie (vortex) van luchtvaartuigen die over de zonnepanelen vliegen.
Weerspiegeling en schittering
Reflecties van de zon op de zonnepanelen kunnen hinderlijk of gevaarlijk zijn voor vliegers, verkeersleiders en de bestuurders van voertuigen in het landingsterrein van luchthavens (airside). Een aantal factoren kan van invloed zijn op zowel de intensiteit als de waargenomen grootte van deze reflecties. Denk aan directe en indirecte normale straling, reflectie, afstand, oriëntatie van de reflecterende oppervlakken en menselijke factoren (zie Glare from photovoltaic systems - Developing an assessment method, door Hjorth & Wochele, Universiteit van Lund, 2016 en ook Quantification of glare from reflected sunlight of solar installations, Ruescha, Bohrena, Battagliaa and Brunolda, 2015, International Conference on Solar Heating and Cooling for Buildings and Industry).
Een veiligheidsbeoordeling moet worden uitgevoerd voor elk zonne-energieproject dat groter is dan 500 m2 op of in de buurt van een luchthaven of heliport (een zonne-energieproject is een veld of verzameling van velden met zonnepanelen). De intentie is te voorkomen dat initiatiefnemers projecten gaan verdelen om aeronautische studies niet uit te voeren. Zonnepanelenparken worden beoordeeld conform de norm in hoofdstuk 3 van dit informatieblad wanneer zij gepland zijn om in de volgende gebieden te staan:
- Een rechthoekig gebied op 3000 meter voorbij de drempel van de start- en landingsbaan aan elk uiteinde en 1500 meter aan weerszijden van hart van de start- en landingsbaan.
- Een rechthoekig gebied van 1000 meter voorbij de Final Approach and Take-off area (FATO) aan elk uiteinde, uitgelijnd met de naderingsassen en 600 meter aan weerszijden van de naderingsassen (FATO is het afgebakende gebied waarboven een helikopter de laatste fase van zijn nadering tot een zweefvlucht of landing voltooit, en van waaruit de piloot begint op te stijgen). In het geval van een gebogen as wordt de vorm aangepast om de as te volgen.
- Een cirkel met straal van 3000 meter om de verkeerstoren(s), als deze aanwezig zijn.
Beoordelingszone luchthaven
Beoordelingszone helihaven
De intensiteit van weerspiegeling en schittering, de grootte van het oppervlak dat weerspiegelt en schittert en de duur van de weerspiegeling en schittering op de waarnemer heeft te maken met meerdere factoren: de gekozen panelen, hun oriëntatie, hellingshoek, het tijdstip van de dag en de jaargetijden (stand van de zon).
Zonlichtweerkaatsing kan leiden tot tijdelijke verblinding of afleiding van vliegers tijdens kritieke fases van de vlucht, zoals de nadering en landing. Daarnaast kan ook de luchtverkeersleiding gehinderd worden wanneer gereflecteerd zonlicht in de richting van de verkeerstoren wordt weerkaatst. Zulke effecten vormen een reëel gevaar voor de vliegveiligheid. Hetzelfde geldt voor andere gebruikers op de luchthaven. In de praktijk blijkt dat het goed kunnen inschatten of optredende schittering tot hinder kan leiden, het noodzakelijk is om een afstand aan te houden tot circa 7 nautische mijlen (NM, 1 NM is 1852 meter) van de baandrempel omdat vanaf deze afstand bij de landing meldingen zijn voorgekomen van een gevaarzettende situatie. De waarde van 7 NM is geen vaste waarde: de geometrie van het zonnepanelpark en het aanvliegpad is uiteindelijk bepalend.
Interferentie met communicatie, navigatie- en surveillancesystemen
Communicatie-, navigatie- en surveillancesystemen (CNS) zoals radio, radar en andere middelen, zijn bedoeld voor veilig en efficiënt gebruik van de luchtvaart. CNS zijn bij de verzending en ontvangst van signalen gevoelig voor storingen door fysieke obstakels in de nabijheid van zend- en ontvangantennes. Ook kunnen CNS beïnvloed worden door elektromagnetische velden.
Faunabeheer
Zonnepanelen kunnen dieren aantrekken. Denk hierbij aan broedende vogels op de panelen, nestelende vogels onder de panelen en kleine dieren (zoals konijnen en knaagdieren) die zich voeden of nestelen onder de panelen. Elke luchthaven heeft zijn eigen uitdagingen als het gaat om flora- en faunabeheer. Maatregelen die moeten voorkomen dat de zonnepanalen geen nieuwe risico’s introduceren moeten per locatie worden vastgesteld op basis van de lokale flora en fauna. Het is maatwerk.
Toegankelijkheid voor reddings- en brandbestrijdingsdiensten
Zonnepanelen kunnen een fysieke barrière vormen voor voertuigen van reddings- en brandbestrijdingsdiensten (RFFS: Rescue and Firefighting Services plus ambulances) die toegang hebben tot zowel het zonnepanelenpark als gebieden naast de panelen. De veiligheid van personeel van de reddingsdiensten en evacuees is belangrijk. Zonnepaneelparken horen zo te worden ontworpen dat brandbestrijding kan plaatsvinden op het hele zonnepanelenpark. Komt de responstijd voor RFFS-voertuigen in het geding, dan zijn doorgangswegen tussen de panelen een mogelijke mitigatie. Deze doorgaanswegen moeten breed genoeg zijn voor een veilige doorgang van de voertuigen op hoge snelheid. Ook moet de toevoer van stroom van het zonnepanelenpark snel uitgeschakeld kunnen worden bij noodsituaties.
Ophoping van losliggende voorwerpen op zonnepanelenparken
Zonnepanelenparken kunnen fungeren als gebieden waar ongewenste losliggende voorwerpen (Foreign Object Debris, FOD) zich kunnen ophopen als de wind uit 1 richting komt. De FOD kan zich opnieuw verdelen wanneer de windrichting verandert. Het ontwerp van het ondersteunende raamwerk van de panelen kan een rol spelen in het tegenhouden van FOD, net als lage hekken.
Risico's voor de luchtvaart
De ILT-Luchtvaartautoriteit heeft een set luchtvaartrisico's gedefinieerd die het uitvoeren van veiligheidsbeoordelingen van zonnepanelenparken ondersteunen. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de risico's voor de veiligheid van de luchtvaart die verband houden met de factoren die hierboven genoemd worden.
| Factor | Primair risico |
|---|---|
| Fysieke obstakels |
|
| Turbulentie |
|
| Weerspiegeling en schittering |
|
| CNS-interferentie |
|
| Beheer van de fauna |
|
| Toegankelijkheid voor RFFS-voertuigen |
|
| FOD-ophoping |
|
| Elektrotechnische zaken |
|
Technische informatie voor de luchtvaart
Deze notities zijn bedoeld om luchtvaartpartijen meer technische informatie te bieden dan risico’s die hierboven zijn vermeld.
| Factor | Notities |
|---|---|
| Fysieke obstakels |
Eisen bestaan voor het vrijhouden van de strip, OLS-vlakken en RESA. Denk ook aan CNS BRA-vlakken en risicocontouren van externe veiligheidseisen. Het beschermen van obstakelvlakken is ook nodig tijdens het aanleggen van het zonnepark. De frangibility van installaties is ook een aandachtspunt. Begrippen:
|
| Turbulentie | De zonnepanelen kunnen turbulentie veroorzaken voor vliegtuigen die de luchthaven naderen. Turbulentie of jet blast door vertrekkende vliegtuigen kan echter ook een impact hebben op de te plaatsen zonnepanelen. |
| Weerspiegeling en schittering |
Weerspiegeling en schittering kan altijd optreden. Zoals aangegeven varieert de sterkte en daarmee de gevaarzetting per situatie. Zo kan de schittering leiden tot het onvermogen om het landingsdoel op de baan te zien of bijvoorbeeld ander verkeer dat zich op de baan bevindt. Ook kan het aflezen van instrumenten in de cockpit hierdoor (tijdelijk) worden beperkt. Een analyse van de mate van weerspiegeling en schittering moet realistische scenario’s bevatten die aantonen dat weerspiegeling en schittering geen gevaar vormen voor gebruikers van de luchthaven. Zo zou een scenario voor zonnepanelen onder een naderingsroute ook de effecten op een wat grotere afstand van de luchthaven moeten beschouwen. Dat ligt anders wanneer het effect bijvoorbeeld bestuurders in het veld wordt onderzocht. Zichtlijnen en geometrie zijn daarbij bepalend. Er is nog geen generieke vastgestelde grens die door de ILT-Luchtvaartautoriteit kan worden gebruikt als toetsingskader. Op dit moment zal iedere situatie dus per geval onderzocht moeten worden en kan op basis van beschikbare informatie een advies worden gegeven. |
| CNS-interferentie |
Er zijn 2 aandachtsgebieden:
De obstakelbeperkingsvlakken van Annex 10 van het Verdrag van Chicago voor CNS-uitrusting moeten gecontroleerd worden. Bij de afwezigheid van specifieke lokale eisen of simulatietools, gelden de eisen in EUR Doc 015, European Guidance Material on Managing Building Restricted Areas van de International Civil Aviation Organization (ICAO). Hoewel zonnepanelen vrijwel passief zijn, zijn er bekende problemen met de elektromagnetische interferentie (EMI) van de omvormers in een zonnepaneleninstallatie. Omvormers die aan de onderstaande eisen voldoen, kunnen nog steeds niet-conforme emissies vertonen die sterker zijn dan de eerder beschreven limieten. Zulke overschrijdingen (als ze zich voordoen) worden vaker waargenomen tussen 100 en 200 MHz. De luchtvaart gebruikt deze frequenties voor radio- en navigatiedoeleinden. Het kiezen van omvormers met gunstige EMC (elektromagnetische compatibiliteit)-/EMI-eigenschappen kan helpen deze risico’s te elimineren. |