De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) staat voor veilig en eerlijk taxivervoer. Lees hier welke taken en bevoegdheden de ILT, de politie en gemeenten hebben binnen het taxivervoer.
Taak van de ILT
De ILT controleert of taxiondernemers en taxichauffeurs zich aan de regels voor taxivervoer houden. Dat gebeurt met inspecties: langs de weg, digitaal en bij bedrijven. De ILT voert de weginspecties vaak uit in samenwerking met de politie, gemeentelijke handhavers en de Koninklijke Marechaussee (KMar).
Het controleren van de taxiregels helpt om de arbeidsomstandigheden van chauffeurs te verbeteren en oneerlijke concurrentie tegen te gaan. Hiermee draagt de ILT bij aan veilig, eerlijk en duurzaam personenvervoer binnen de taximarkt in Nederland.
De ILT controleert het meest op de arbeids- en rusttijden, taxivergunningen en chauffeursbevoegdheid. Daarnaast geeft de ILT speciaal aandacht aan de veiligheid in het doelgroepenvervoer, denk aanleerlingen- en rolstoelvervoer.
Bevoegdheden ILT
ILT-inspecteurs hebben strafrechtelijke en bestuursrechtelijke bevoegdheden. Dit betekent dat de inspecteur strafbare feiten in de taxisector mag opsporen. Denk aan het rijden zonder vergunning of het niet naleven van de arbeids- en rusttijden.
De ILT-inspecteur mag onder andere controleren of een taxichauffeur:
- Een geldige chauffeurskaart heeft.
- Rijdt voor een vervoerder met een geldige ondernemersvergunning.
- Een taxivoertuig gebruikt.
- Een geldige Boordcomputer Taxi (BCT) of een toegelaten app voor de registratie in de Centrale Database Taxivervoer (CDT) gebruikt.
Ook mag de ILT-inspecteur:
- Taxigegevens vorderen. In dat geval is de ondertoezichtstaande verplicht om mee te werken.
- Apps van taxiplatforms op een mobiele telefoon uitlezen.
- Een taxi laten stoppen op de openbare weg voor controle. Dit mag ook tijdens ritten, als dat veilig kan.
De inspecteur mag de gegevens uitlezen van de BCT en de CDT en controleren op:
- Juiste registratie van ritten.
- Arbeids- en rusttijden van de chauffeur.
- Manipulatie.
De ILT mag bij overtredingen:
- Bestuursrechtelijk boetes opleggen.
- Een last onder dwangsom opleggen.
- De chauffeur het bevel geven te stoppen met werken.
In ernstige gevallen mag de ILT-inspecteur de vergunning van de taxiondernemer schorsen of intrekken. Taxichauffeurs worden continue gescreend op strafbare feiten die invloed hebben op het bezit van hun Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) en chauffeurskaart. Justis voert deze screening uit.
Wat doet de ILT niet?
De ILT is niet bevoegd om op te treden vanuit de geldende Algemene Plaatselijke Verordening in de verschillende gemeenten en regio’s. Gemeentelijke handhavers en politie zijn dat wel.
De ILT bepaalt ook niet hoe hoog de taxitarieven zijn. Wel houdt zij toezicht op het wettelijk vastgestelde maximumtarief in de opstapmarkt. Bij een bestelde taxi kan de ILT geen toezicht houden op het taxitarief. In dat geval maken de taxichauffeur en de klant samen een afspraak over de prijs. Dit is een onderlinge overeenkomst. Hierbij moet de taxichauffeur wel altijd de taxameter laten meelopen op het nultarief.
Een chauffeur mag een rit weigeren. De ILT kan hier dus niet op handhaven.
Bevoegdheden van gemeenten
Gemeenten kunnen naast de landelijke regels ook extra kwaliteitseisen stellen. Het gaat hierbij alleen om taxivervoer vanaf de taxistandplaats of na het aanhouden op straat (de opstapmarkt). Zo kan een gemeente een vervoersplicht instellen voor opstaptaxi’s.
Grote gemeenten kunnen taxiondernemers ook vragen zich aan te sluiten bij een Toegelaten Taxi Organisatie (TTO). Is de taxichauffeur niet aangesloten, dan mag de chauffeur geen klanten meenemen vanaf een taxistandplaats. Zie de Wet personenvervoer 2000 (artikel 82a en 82b) voor alle mogelijke eisen. De TTO’s moeten aan de eisen van de gemeente voldoen. De gemeente mag deze eisen zelf invullen.
TTO's zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van het taxivervoer. Een TTO zorgt voor de opleiding van chauffeurs en dat zij zich aan de regels houden. Ook moeten de taxi’s als groep herkenbaar zijn en een TTO-vergunning hebben.
Kleinere gemeenten zonder TTO-structuur kunnen met individuele vergunningen werken of alternatieve vormen van toezicht inzetten. Een gemeente maakt dan gebruik van artikel 82b Wet personenvervoer 2000. Dat betekent dat de gemeente via een verordening (lokaal beleid) regels stelt voor het straattaxivervoer.
Gemeentelijke handhaving (boa)
Buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) in de openbare ruimte (domein 1) handhaven ook binnen de landelijke taximarkt. Dit doen zij aan de hand van het Besluit Personenvervoer 2000.
Zij handhaven bij de volgende overtredingen:
- De chauffeur rijdt met meer dan 8 personen (exclusief de chauffeur) in de auto.
- De chauffeur heeft geen geldige chauffeurskaart.
- De chauffeur rijdt in een voertuig dat niet is gekeurd als taxi.
- De chauffeur rijdt zonder juiste tariefkaarten.
- De chauffeur houdt zich niet aan de eventuele vervoersplicht binnen de gemeente waar de boa werkzaam is.