Dit is de 1e editie van de nieuwsbrief van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) over hoogwaterveiligheid. De ILT publiceert deze nieuwsbrief om de sector te informeren over het toezicht op het beheer van de primaire waterkeringen en regionale waterkeringen in beheer bij het Rijk. In deze nieuwsbrief leest u onder andere over de inspecties die de ILT in 2024 heeft uitgevoerd. Ook is een 1e landelijke overzicht opgesteld met de planning van de beoordelingen tot aan 2035. En er wordt ingegaan op het toezicht in LBO2.

Inspectie te treffen voorzieningen LBO1 in 2024

De ILT is in maart 2024 gestart met een thema-inspectie naar de uitvoering van de te treffen voorzieningen (TTV) uit de eerste landelijke beoordelingsronde van de primaire waterkeringen (LBO1) bij alle beheerders (waterschappen en Rijkswaterstaat). De Omgevingswet schrijft voor dat, als de veiligheidsbeoordeling van een dijktraject daartoe aanleiding geeft, de beheerder voorzieningen treft om de waterveiligheid te borgen. Deze voorzieningen zijn omschreven in de beoordelingsrapportage van het dijktraject en bestuurlijk vastgesteld.

In de aankondigingsbrief heeft de ILT alle beheerders om informatie over de uitvoering van de TTV gevraagd aan de hand van een aantal vragen. Op basis van de aangeleverde informatie en een analyse van de TTV heeft de ILT een inspectiebezoek aan de beheerder gebracht, als daar aanleiding voor was. Er is zo nodig ook een controle van de TTV op locatie uitgevoerd als ‘reality check’. Op basis van de inspectie heeft de ILT haar bevindingen in een inspectierapport vastgelegd en aan de beheerder gestuurd.

Bij een deel van de beheerders heeft de ILT aandachtspunten en/of tekortkomingen geconstateerd op aspecten zoals planning en voortgang, verantwoording en de borging van de uitvoering in de organisatie. In dat geval is de beheerder verzocht om verbetermaatregelen te treffen.

De ILT zal de uitvoering van deze verbetermaatregelen blijven volgen, onder meer via de jaarlijkse waterveiligheidsrapportage. De inspectie naar de TTV biedt leerpunten voor de beheerders met het oog op de borging van de uitvoering van de TTV tijdens de 2e landelijke beoordelingsronde (LBO2).

Bestuurlijke gesprekken bij de waterschappen in 2024

In 2024 heeft de ILT vrijwel alle waterschappen bezocht om met bestuurders en medewerkers in gesprek te gaan over de grootste risico’s, uitdagingen en ontwikkelingen op het gebied van hoogwaterveiligheid. De bijeenkomsten waren ook een goede gelegenheid om de nieuwe Toezichtstrategie Hoogwaterveiligheid van de ILT voor de periode 2024-2029 te presenteren en een toelichting te geven op de uitgangspunten van het toezicht: risico gestuurd, selectief en gericht op maatschappelijk effect.

Tijdens de bijeenkomsten zijn uiteenlopende onderwerpen aan bod gekomen, zoals meerlaagsveiligheid, de zorgplicht centraal, gegevensbeheer en het belang van cybersecurity. Daarnaast zijn ook de zorgen van de waterschappen gedeeld over een aantal ontwikkelingen. Zo wordt door de waterschappen uitvoering gegeven aan Water en Bodem Sturend, maar is een goede werking ook afhankelijk van andere overheden.

Daarnaast zijn er grote zorgen over de effecten van graverij door bevers in rivierdijken. Het nog niet beschikbaar hebben van de hydraulische belastingen voor LBO2 is een risico voor de planning richting peiljaar 2035 en ook de zorgen over de continuïteit van het hoogwaterbeschermingsprogramma en de financiering van versterkingen worden breed gedeeld. De ILT zal deze signalen verder oppakken binnen haar signaleringsfunctie en hierover in gesprek gaan met betrokken partijen.    

De bijeenkomsten bij de waterschappen hadden een open karakter en hebben het beeld versterkt van de risico’s voor hoogwaterveiligheid en de wijze waarop hiermee wordt omgegaan.

Areaalplanning LBO2

Alle beheerders van de primaire waterkeringen hebben volgens de afspraken in het Draaiboek LBO2 hun areaalplanning voor de primaire waterkeringen in 2024 opgesteld en aangeleverd bij de ILT. Een goede areaalplanning is een belangrijke stap om uiteindelijk alle dijktrajecten op peildatum 01-01-2035 beoordeeld te hebben.

De beoordelingen worden uitgevoerd door de waterschappen en Rijkswaterstaat, de ILT houdt toezicht op de beoordelingen. De beoordelingsronde loopt van 1 januari 2023 tot en met 1 januari 2035.

Op basis van de ingediende areaalplanningen is een globaal overzicht gemaakt van de spreiding van de beoordelingen (zie figuur 1). Op deze wijze wordt de voortgang van de beoordelingen van de 237 primaire waterkeringen gemonitord tot aan het einde van LBO2.

De hieronder gegeven informatie is geactualiseerd op 01-01-2025.

Figuur 1: Planning LBO2

Voortgang beoordeling dijktrajecten LBO2

In 2024 zijn de eerste 2 beoordelingen afgerond en op dit moment is ook het beoordelingsproces van andere dijktrajecten in gang gezet.

Voor 7 trajecten zijn werkateliers gehouden waarbij in een aantal gevallen meerdere dijktrajecten tegelijkertijd zijn behandeld. Voor ongeveer de helft van de beoordelingen heeft, naast het startgesprek, ook een specialistengesprek plaatsgevonden binnen de kaders van het werkatelier.

In figuur 2 wordt de voortgang van de beoordelingen van de primaire waterkeringen in LBO2 weergegeven in percentages.

Figuur 2: Voortgang van de beoordelingen in LBO2

Voortgang beoordeling dijktrajecten (VO) in LBO1

In LBO1 zijn ook dijktrajecten beoordeeld die een Voorlopig Oordeel hebben gekregen. Deze dijktrajecten moeten in LBO2 een definitief oordeel krijgen en de beoordeling van deze dijktrajecten moet voor 1 januari 2029 uitgevoerd zijn. Dit betreft in totaal 49 dijktrajecten. De voortgang van de beoordelingen van deze dijktrajecten is in figuur 3 weergegeven, in percentages en in aantallen. 

Figuur 3: Voortgang van de beoordelingen van dijktrajecten met een VO in LBO1

Het is ook mogelijk via een opgestelde redeneerlijn om uitstel aan te vragen voor het omzetten van de voorlopige oordelen uit LBO1 in definitieve oordelen, en voor de herbeoordeling van definitieve beoordelingen uit 2017 en 2018. Dit geeft meer ruimte om ook nog na 1 januari 2029 deze beoordelingen af te ronden.

Het toezicht op beoordelingen tijdens LBO2

In LBO2 wordt voortgebouwd op de ervaring en resultaten van LBO1. Tijdens LBO2 ligt de focus van het toezicht van de ILT daarom op kwaliteitsborging zoals die is vastgelegd in het Draaiboek LBO2 en de Handreiking kwaliteitsborging LBO2. De hierin afgesproken kwaliteitsindicatoren betreffen vooral inhoudelijke aspecten van beoordelingen: compleetheid, consistentie, stabiliteit, validiteit. Maar ook verslaglegging en deskundigheid worden meegenomen.

Bij de 1e beoordeling(en) vindt er een gesprek plaats tussen de beheerder en de ILT over de wijze waarop de kwaliteit van de beoordelingen is geborgd.

De ILT wil hiermee de mogelijkheid volgens het draaiboek benutten om al in de fase van het Plan van Aanpak geïnformeerd te worden. In een later stadium en afhankelijk van de borging van de kwaliteit kan de ILT op basis van een risico-afweging sommige beoordelingen intensief controleren en in andere gevallen ook een lichtere controle uitvoeren.  

Met de ervaring die wordt opgedaan gedurende de 1e periode van LBO2 zal de ILT het toezicht verder concretiseren en uitwerken. De feedback van beheerders wordt hierbij ook meegenomen. Hierbij is de Toezichtstrategie Hoogwaterveiligheid leidend: ons toezicht is risico gestuurd, selectief en gericht op maatschappelijk effect.

Toetsing op veiligheid regionale keringen in beheer bij het Rijk

Naast het toezicht op het beheer van de primaire waterkeringen houdt de ILT ook toezicht op de veiligheidsbeoordelingen van de regionale keringen die in beheer zijn bij het Rijk (Rijkswaterstaat). Rijkswaterstaat is verplicht om deze keringen periodiek te toetsen op veiligheid. De huidige toetsronde loopt van 2022 tot 2034. De toetsing van deze regionale waterkeringen moet voldoen aan de eisen uit de Omgevingsregeling en heeft als doel om vast te stellen of de keringen voldoen aan de gestelde veiligheidsnormen en of eventuele maatregelen noodzakelijk zijn.

In de komende periode start de ILT gesprekken met DGWB en Rijkswaterstaat om gezamenlijk een draaiboek op te stellen voor de uitvoering van de toetsing van de regionale keringen in Rijksbeheer.