Bodemas is een bijproduct van afval. Dit ontstaat na verbranding van afval in in afvalenergiecentrales en wordt na opwerking als bouwstof toegepast. De wetswijziging uit 2021 beoogde een kwaliteitsverbetering van bodemas. Helaas blijkt deze kwaliteitsverbetering onvoldoende en verschuiven de milieurisico's naar andere afzetmarkten zoals de betonindustrie. Deze rapportage schetst een beeld van milieurisico's van bodemas.

De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) houdt toezicht op de productie van bouwstoffen, grond of baggerspecie van erkende bedrijven in Nederland. Zo kijkt de ILT of er een juiste kwaliteitsverklaring is afgegeven. De omgevingsdiensten/gemeenten houden toezicht op de toepassing van de bouwstoffen en op de vergunde/gemelde activiteiten binnen de inrichting.

Bodemas

Na verbranding van afval in een afvalenergiecentrale (AEC) blijft bodemas over. Door hier metalen uit te halen is het mogelijk om bodemas 'op te werken'. Deze opgewerkte bodemas kan, mits van voldoende kwaliteit, als vervanger van grind of zand in de fundering van wegen, ophoging bij geluids- en zichtwallen en in steun- en afdeklagen bij stortplaatsen. Sinds juli 2021 mogen toepassingen in grond-, weg- en waterbouw (GWW) alleen met 'vrij toepasbare' kwaliteit bodemas. Hierbij is de kwaliteit door opwerking zo toegenomen, dat geen extra maatregelen nodig zijn en daarmee vrij toepasbaar is. Deze regelgeving was bedoeld als stimulans om de kwaliteit van bodemas te verbeteren van 'IBC-kwaliteit'naar 'vrij toepasbaar'. 

Uitkomsten ILT inspecties 2021

De ILT bracht in 2019 de risico's in de bodemasketen in kaart. Zo zijn er verschillende schakels met risico's op het vrijkomen van gevaarlijke stoffen met mogelijke gevolgen voor mens en milieu.

Als vervolg hierop onderzocht de ILT in 2021 de 4 erkende Nederlandse afvalverwerkers (BRL 2307). Het blijkt dat 3 van de 4 gecontroleerde bedrijven nog steeds bodemas van IBC-kwaliteit produceren. De ILT trof grote kwaliteitsverschillen aan in de ruwe, nog onbewerkte, bodemassen die worden aangeboden aan de (erkende) opwerkers.

Verdienmodel

De AEC's betalen de opwerkers om bodemas af te nemen. Het opwerken van bodemas naar vrij toepasbare bodemas vergt een flinke investering. En het is goedkoper om bodemas van IBC-kwaliteit te produceren dan vrij toepasbare kwaliteit. De ILT ziet in de praktijk dat bedrijven in plaats van de beoogde kwaliteitsverbetering tot vrij toepasbare bodemas andere nieuwe afzetmarkten voor IBC-kwaliteit bodemas zoeken.

Geen kwaliteitsverbetering maar andere afzetmarkt

De ILT ziet dat toepassingen van de IBC-kwaliteit bodemas verschuiven van infrastructurele werken naar immobilisaten en vulmiddel in de betonindustrie, zoals vloeren, bakstenen, betonblokken, prefab betononderdelen.

Bij deze relatief nieuwe toepassingen nemen de milieurisico's alleen op de korte termijn af. De verontreinigingen blijven namelijk aanwezig. Bij een tweede en/of derde leven van de betonproducten kunnen milieurisico's optreden, omdat onbekend is waar deze producten zijn toegepast, niet herkenbaar zijn en/of bij hergebruik de verontreinigingen alsnog kunnen vrijkomen.

Omgevingswet

De nieuwe Omgevingswet die gepland is voor 2023 neemt dit risico niet weg. De wet voorziet in de beëindiging van de toepassing van alle iBC-bouwstoffen. Dit geldt echter niet voor afzetmarkten zoals de betonindustrie, omdat het niet in de omgevingswet is opgenomen.

Conclusie

De ILT ziet dat in plaats van een beoogde kwaliteitsverbetering de milieurisico's bij het toepassen van bodemas zich verplaatsen naar een laagwaardigere toepassing in andere producten door een verschuiving in de afzetmarkt. De ILT waarschuwt voor risico's op milieuvervuiling omdat de verontreinigingen in deze bouwstoffen in de toekomst vrij kunnen komen en er onvoldoende zicht is waar ze worden toegepast. De ILT heeft geen handelingsperspectief om op te treden tegen deze verschuiving van de afzetmarkt.

IBC-kwaliteit

IBC-bodemas heeft een mindere milieuhygiënische kwaliteit, IBC staat voor isoleren, beheren en controleren. Het toepassen van IBC-bodemas brengt meer milieurisico's met zich mee en bij het gebruik van deze bodemas is een voortdurende nazorg nodig om te voorkomen dat milieuschade ontstaat.

Import

Nederland importeert en verwerkt grote hoeveelheden buitenlands afval. Hierdoor moet binnenn Nederland een grotere afzetmarkt gevonden worden voor de restmaterialen, waar bodemas toe behoort.

Toekomst

De ILT stimuleert veiliger en duurzamer (her)gebruik van bodem en secundaire bouwstoffen, zodat hergebruik van bouwstoffen en grond rekening wordt gehouden met directe en/of lange termijn gevolgen.

Circulariteit

Nederland wil in 2030 het gebruik van grondstoffen halveren. In 2050 moet de economie volledig circulair zijn. In een circulaire economie wordt efficiënter en zorgvuldiger omgegaan met grondstoffen, materialen en producten. Daardoor neemt de afhankelijkheid van winning en productie van nieuwe grondstoffen en materialen af. Veel van de natuur- en milieuproblemen zijn te herleiden tot een verspillende omgang met grondstoffen.

De ILT levert als toezichthouden een bijdrage aan deze maatschappelijke doelstellingen. Ze handhaaft wet- en regelgeving op dit gebied en geeft signalen af als ze in de praktijk ontwikkelingen ziet die de circulaire economie in de weg staan.