De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) deed verkennend onderzoek naar de circulariteit van de kledingketen en constateert dat textiel een onderwerp is met grote risico’s voor mens en milieu. Fast fashion ondermijnt de doelstellingen van een circulaire economie. Om tot een systeemverandering te komen is actieve betrokkenheid van alle partijen in de keten nodig. De ILT, als één van de betrokken partijen, richt haar toezicht op de circulariteit in de keten

Samenvatting

De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) is sinds 1 juli 2023 toezichthouder op de naleving van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) voor textiel. In 2024 verkende de ILT de circulaire staat van de kledingketen en constateert dat textiel een onderwerp is met grote risico’s voor mens en milieu. Al is dat niet altijd zichtbaar: het is een van de meest vervuilende ketens, met grote impact op de leefomgeving.

Fast fashion ondermijnt de doelstellingen van een circulaire economie. Kleding wordt steeds meer een 'wegwerpproduct', waardoor er verlies van grondstoffen optreedt en er geen sprake is van circulariteit. Fast fashion verdringt tweedehands kleding verder van de markt en hoogwaardige recycling van de groeiende stroom niet herbruikbare kleding komt nauwelijks van de grond.

Bedrijven die kleding inzamelen, sorteren en hoogwaardig recyclen kunnen het hoofd nauwelijks boven water houden en gaan failliet. De huidige UPV voor textielproducten geeft nog onvoldoende prikkels voor circulair produceren en de hoogwaardige verwerking van afvalstoffen. Er is nauwelijks vraag naar grondstoffen gemaakt uit gerecyclede oude kleding.

Landen met een kwetsbare economie worden overspoeld door gebruikte kleding uit Europa en andere hoge inkomensregio’s. Een scherp Europees toetsingskader over welke gebruikte kleding wel en niet reëel herdraagbaar en herverkoopbaar kan worden geëxporteerd, ontbreekt.

Hoe gedragen kleding in dergelijke landen in de afvalfase wordt verwerkt, is in de huidige UPV-regelingen een blinde vlek. Geïnde afvalbeheerbijdrages bij de verkoop van nieuwe producten in Nederland worden niet gebruikt voor de landen waar tweedehands producten uit Nederland op een zeker moment in de afvalfase belanden.

Kortom, de circulariteit in de kledingketen zit op slot. Een systeemverandering is nodig om te komen tot een structurele verduurzaming van de kledingketen. Deze verandering vraagt om actieve betrokkenheid van alle partijen in de keten: producenten, retailers, sorteerbedrijven, recyclers, overheden, financiële instellingen en consumenten. Zolang de negatieve impact op mens en milieu niet wordt doorberekend in kledingprijzen krijgt circulaire kleding geen eerlijke kans. Tariefdifferentiatie, zoals mogelijk gemaakt via de UPV, zou hier een positieve rol in kunnen spelen.

In een circulaire keten draagt elke partij verantwoordelijkheid voor duurzaamheid: kleding wordt minder als ’wegwerpproduct’ geconsumeerd, wordt duurzaam geproduceerd, gaat langer mee, is te repareren, recyclebaar of bevat textielrecyclaat van oude kleding, is vrij van schadelijke stoffen en kan in de eindfase (ongeacht waar) op een verantwoorde of hoogwaardige manier worden verwerkt. De ILT, als één van de betrokken partijen, richt haar toezicht op de circulariteit in de keten. Naast het geven van prioriteit in het toezicht op basis van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV), zet zij in haar rol als toezichthouder op de leefomgeving en transport tevens haar bevoegdheden in vanuit de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA) en de ecodesign-wetgeving. Hiermee spreekt de ILT partijen in de keten aan en draagt de ILT, parallel aan de doorontwikkeling van het Nederlandse en Europese beleid (beschreven in het nieuwe Beleidsprogramma circulair textiel 2025-2030) bij aan de circulariteit van kleding.