Het doel van deze pagina is het eenduidig omgaan met de verschillende vormen van inhuur door de onderhoudsbedrijven in relatie tot de intentie van de Part-145, artikel 145.A.30(d) en het Acceptable means of Compliance (AMC) van 145.A.30(d). Denk daarbij aan inhuur door middel van een bureau, ZZP’ers of nul uren contracten. Deze pagina betreft uitleg over de interpretatie van de term organisational stability, AMC 145.A.30(d)1, en hoe om te gaan als er tijdelijk niet kan worden voldaan aan deze eis. In AMC 145.A.30(d)1 is aangegeven dat als er tijdelijk niet aan de voorwaarde wordt voldaan de autoriteiten toestemming kunnengeven om tijdelijk af te wijken van deze eis.
Informatieblad ILT-2020/3639
Deze pagina is onder andere gebaseerd op de interpretatie van de Civil Aviation Authority Information Notice Number: IN–2017/015 (CAA-UK), Issued 29 October 2018.
Deze pagina beperkt zich alleen tot het bovenstaande artikel en bepaalt niet of de betreffende persoon fiscaal wordt gezien als ‘employed’.
Uitgangspunt
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) zal de onderstaande interpretatie niet hanteren in het geval dat er een onderhoudsbedrijf volledig afhankelijk is van nul-uren contracten en/of ZZP-ers. Het onderstaande kan in overweging worden genomen als er sprake is van een aanvulling op bestaande personeel met een tijdelijk karakter, zoals het toevoegen van personeel in ‘line maintenance’ in bijvoorbeeld het zomerseizoen.
De intentie van artikel 145.A.30(d) is om ervoor te zorgen dat er altijd sprake is van voldoende ‘organisation stability’, één van de vereiste voorwaarden om de kwaliteit van de uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden te waarborgen. In het geval dat er een tijdelijke aanvulling noodzakelijk blijkt, kan het onderstaande meegenomen worden
Een onderhoudsstation voldoet, volgens de ILT, niet aan de voorwaarden van ‘organisational stability’ als:
Zij slechts mensen in dienst heeft met een nul-uren contract of alleen gecontracteerden of een combinatie van beide.
Er de verhouding contracted en eigen personeel meer is dan 50%.
Ten aanzien van de competentie eisen en kwalificatie eisen zal er geen verschillen worden geaccepteerd tussen contracted en employed. Het onderhoudsbedrijf zal moeten aantonen dat het personeel, zowel werknemer als contractor, competent is en de vereiste trainingen hebben gevolgd. Indien er vrijstellingen van trainingen worden gegeven, op basis van gevolgde opleidingen, dan dient het in het personeelsdossier te zijn opgenomen.
Overwegingen
Volgens art. 7:610 Burgerlijk Wetboek wordt onder een arbeidsovereenkomst het volgende verstaan: De arbeidsovereenkomst is een overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende een zekere tijd arbeid te verrichten. Er is sprake van een wederkerige overeenkomst: de werkgever betaalt loon en in ruil daarvoor verricht de werknemer de afgesproken arbeid.
Soms is het niet duidelijk of er sprake is van een arbeidsovereenkomst, omdat de werknemer bijvoorbeeld werkzaam is op basis van een oproepcontract en hij al een paar maanden niet is opgeroepen. Art. 7:610a Burgerlijk Wetboek geeft een rechtsvermoeden weer: Hij die ten behoeve van een ander tegen beloning door die ander gedurende 3 opvolgende maanden, wekelijks dan wel gedurende ten minste twintig uren per maand arbeid verricht, wordt vermoed deze arbeid te verrichten krachtens een arbeidsovereenkomst. Het gaat hier dus om een vermoeden. Dit betekent dat de werkgever tegenbewijs kan leveren dat hier geen sprake van is.
Het inhuren (de inhuur) van personeel (derden) is het inzetten van mensen die:
niet op jouw loonlijst staan en;
onder jouw aansturing werken.
Het betreft het ter beschikking stellen van medewerkers door een uitlener aan een inlener waarbij de inleenkracht onder leiding en toezicht van de inlener werkt terwijl deze op de loonlijst staat van de uitlener.
Wat is ter beschikking stellen van arbeidskrachten – volgens de wet?
Onder het ter beschikking stellen van arbeidskrachten verstaat de wet ‘het tegen vergoeding ter beschikking stellen van arbeidskrachten aan een ander voor het onder diens toezicht of leiding, anders dan krachtens een met deze gesloten arbeidsovereenkomst verrichten van arbeid'.
3 elementen zijn van belang:
Er is een onderneming die arbeidskrachten ter beschikking stelt aan een andere onderneming.
De onderneming die arbeidskrachten ter beschikking stelt, krijgt hiervoor een vergoeding van de onderneming aan wie de arbeidskrachten ter beschikking zijn gesteld.
De arbeidskracht die ter beschikking is gesteld werkt onder toezicht en leiding van de onderneming aan wie hij ter beschikking is gesteld.
In een nul-urenovereenkomst spreek je af dat de werknemer alleen werkt als jij hem oproept of inroostert. De werknemer heeft dus geen gegarandeerd loon. Er is geen (minimum) arbeidsduur, de werktijd kan in principe variëren van 0 tot 40 uur per week.Voor een nul-urenovereenkomst geldt:
De werknemer moet aan het werk als je hem oproept.
Je betaalt alleen loon voor daadwerkelijk gewerkte uren, met een minimum van 3 uur. Als je een kracht voor maar 1 uur nodig hebt, moet je toch 3 uur betalen.
Je kunt een werknemer na 3 maanden niet ineens veel minder uren oproepen en uitbetalen als hij daar niet mee instemt. Een werknemer die regelmatig wordt opgeroepen, kan namelijk na 3 maanden volgens de wet een beroep doen op een ‘rechtsvermoeden’ over de omvang van de arbeid en een arbeidsovereenkomst claimen van de gemiddelde arbeidsomvang van de afgelopen 3 maanden. Kun je dat niet weerleggen, dan ben je verplicht het salaris te betalen over de gemiddelde arbeidsomvang van de afgelopen 3 maanden.
Een nul-urenovereenkomst kan voor bepaalde of onbepaalde tijd zijn
Wat geldt er tussen partijen?
De eerste stap is om te bepalen wat de inhoud van de overeenkomst is. Dit wordt gedaan aan de hand van de partijbedoeling en de uitvoering van de afspraken.Om de partijbedoeling vast te stellen, is in de eerste plaats het schriftelijke contract van belang. Maar ook zijn de omstandigheden waaronder dit contract tot stand is gekomen relevant. Er wordt bijvoorbeeld gekeken naar de maatschappelijke status van partijen: een werkgever of opdrachtgever wordt in het algemeen als een meer professionele partij gezien dan de werknemer of opdrachtnemer.De inhoud van de overeenkomst wordt ook vastgesteld aan de hand van de uitvoering van de afspraken. Zijn die conform contract of is ervan afgeweken.
Is er sprake van gezag?
Nadat de inhoud van de overeenkomst is vastgesteld, is dus duidelijk wat er tussen partijen geldt. Daarna dient te worden bepaald of de overeenkomst moet worden aangemerkt als arbeidsovereenkomst of overeenkomst van opdracht. In beide gevallen wordt tegen betaling een prestatie geleverd. Het kenmerkende verschil betreft de gezagsverhouding.
Maar wat is gezag? Van gezag is sprake wanneer de werkverschaffer bevoegd is aanwijzingen en instructies te geven aan de arbeidskracht, waarbij de arbeidskracht verplicht is om deze te volgen.
Heeft de werkverschaffer instructiebevoegdheid over de werkinhoud en over de overige aspecten zoals werktijden, vakantiedagen et cetera, dan is er dus sprake van gezag. In dat geval zijn de werkverschaffer, de arbeidskracht en hun arbeidsrelatie te kwalificeren als werkgever, werknemer en een arbeidsovereenkomst.Maar wat nu als de werkverschaffer alleen instructiebevoegdheid heeft over de werktijden, maar niet over de werkinhoud? Of andersom? In dat geval (lees: dus altijd) wegen ‘alle omstandigheden van het geval’ mee om te bepalen of er sprake is van gezag of niet. Uit de rechtspraak volgt een groot aantal indicatoren.
Omstandigheden die wijzen op gezag en een arbeidsovereenkomst, zijn bijvoorbeeld:
Structureel en uitsluitend werken voor een werkgever.
Een vooraf bepaalde vaste arbeidsomvang.
De verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten.
Verplicht om aan een oproep gehoor te geven.
Werk verricht met middelen van de werkgever.
Toestemming voor vakantie nodig.
Omstandigheden die wijzen op de afwezigheid van gezag en een overeenkomst van opdracht, zijn bijvoorbeeld:
Incidenteel werk
Meerdere opdrachtgevers
Er is vooraf bepaald wanneer de opdracht afgerond zal zijn
Niet gehouden om aan een oproep gehoor te geven
Ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel.
Betaling op factuurbasis
Geen toestemming voor verlof nodig
Bij ziekte of vakantie geen loon
Niet gebonden aan werktijden
Bij schade of niet-tijdige afronding (herstel)kosten voor eigen rekening
Samenvattend
Op basis van het bovenstaande kan een onderhoudsbedrijf bepalen of een persoon als werknemer of als contractor kan worden beschouwd om te bepalen of minimaal de helft van het personeel employed is (AMC 145.A.30(d)1). De intentie van artikel 145.A.30(d) is om ervoor te zorgen dat er altijd sprake is van voldoende ‘organisation stability’, één van de vereiste voorwaarden om de kwaliteit van de uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden te waarborgen.Een onderhoudsstation voldoet, volgens de ILT, niet aan de voorwaarden van ‘organisational stability’ als:
Zij slechts mensen in dienst heeft met een nul-uren contract of alleen gecontracteerden of een combinatie van beide.
De verhouding contracted en eigen personeel meer is dan 50%.
Het bovenstaande is alleen van toepassing als het onderhoudsbedrijf extra personeel inhuurt met een tijdelijk karakter, waardoor tijdelijk niet aan de verhouding van maximaal 50% inhuur en eigen personeel wordt voldaan.
Als een onderhoudsbedrijf gebruik wil maken van de bovenstaande procedure dient deze procedure in het Maintenance Organisation Exposition (MOE) te zijn verwerkt en te zijn goedgekeurd door de ILT. In deze procedure zal het onderhoudsbedrijf moeten aangeven voor hoe lang de tijdelijke situatie kan zijn.
Het onderhoudsbedrijf zal moeten aantonen dat het personeel, zowel werknemer als contractor, competent is en de vereiste trainingen heeft gevolgd. Indien er vrijstellingen van trainingen worden gegeven, op basis van gevolgde opleidingen, dan dienen deze in het personeelsdossier te zijn opgenomen.
In het nul-uren contract en in de overeenkomst met inhuurkrachten moeten de elementen van gezag en werkaanbod worden geadresseerd. De overeenkomsten maken deel uit van het personeelsdossier, waar ILT indien nodig, toegang toe heeft.
Als aan het bovenstaande informatie naar tevredenheid van de Inspectie wordt verwerkt in het MOE, hoeft het onderhoudsbedrijf geen toestemming te vragen, zoals vermeld in AMC 145.A.30(d)1.