Wet- en regelgeving

De minister stelt beperkingen aan het gebruik van een lichte gyrokopter, omdat een lichte gyrokopter niet is gecertificeerd. Zo is er geen type-certificaat (TC) afgegeven en daarom is er geen TC-houder en hoeft het ontwerp niet afkomstig te zijn van een organisatie met een ontwerperkenning (DOA: Design Organisation Approval). Bovendien is het toestel niet gebouwd door een organisatie met een productie-erkenning (POA: Production Organisation Approval) en wordt het onderhoud niet gedaan door een erkende onderhoudsorganisatie (MOA: Maintenance Organisation Approval). Het onderhoud mag door en onder de verantwoordelijkheid van de eigenaar worden gedaan.

Een lichte gyrokopter mag alleen recreatief worden gebruikt en voor de opleiding tot RPL(GC). Met een lichte gyrokopter mag geen luchtwerk worden verricht. Luchtwerk is bijvoorbeeld fotografie, film, onderzoek, observatie en patrouille, reddingsoperaties en reclame. Met een RPL(GC) mogen alleen vluchten worden uitgevoerd:

  • Zonder vergoeding en zonder baat.
  • Tijdens de daglichtperiode en binnen de zichtvliegregels (VFR).

Alleen de instructeur die instructie geeft op de lichte gyrokopter (de RFI(GC)) mag een vergoeding ontvangen die betrekking heeft op de instructie.

Uiteraard geldt de Wet luchtvaart met de daaronder vallende amvb’s en regelingen, zoals het Besluit vluchtuitvoering, Besluit Luchtvaartuigen 2008, Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart en het Luchtverkeersreglement (LVR). 

Vrijstelling vervoersvergunning

Als u niet beroepsmatig een passagier vervoert (met een vliegtuig met een maximale massa van 2000 kilogram), is er een vrijstelling voor een vervoersvergunning. Een passagier mag mee in een lichte gyrokopter als deze geen vergoeding geeft in welke vorm dan ook en de vlieger: 

  • Geen ‘baat’ heeft bij de vlucht.
  • Ten minste 10 uur ervaring heeft als gezagvoerder van een luchtvaartuig in dezelfde categorie (=GC) of met dezelfde bevoegdverklaring.
  • In de voorafgaande 90 dagen ten minste 3 starts en 3 landingen heeft uitgevoerd in een gyrokopter in dezelfde klasse.
  • Iedere passagier voorafgaand aan de vlucht vertelt dat een lichte gyrokopter niet is gecertificeerd volgens internationale luchtwaardigheidseisen.

Starten en landen

In principe moet u gebruik maken van een luchthaven waarop mag worden gestart en geland met een (lichte) gyrokopter. Als u een eigen terrein wilt creëren om te kunnen starten of landen, moet u een locatie zoeken die voldoet aan de voorschriften van de Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen (RVGLT, artikel 20, 21 en 22). Daarna heeft u een toestemming nodig van de provincie waar de locatie is gelegen. Deze kan bestaan uit een luchthavenregeling (LHR) of een ontheffing voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik (TUG). In de RVGLT zijn locatie en inrichtingseisen opgenomen voor luchthavens en TUG terreinen. Voor lichte gyrokopters geldt verder dat er specifieke inrichtingseisen zijn (artikel 23 en 24 RVGLT). Aanvullende eisen staan in hoofdstuk 3, paragraaf 12 (artikel 34). Wilt u met een lichte gyrokopter gebruik maken van bijvoorbeeld een bestaande MLA luchthaven of TUG terrein, dan zal de provincie dit in de LHR of TUG ontheffing moeten opnemen. De exploitant (beheerder) of vergunninghouder is hiervoor verantwoordelijk. Meer informatie hierover vindt u in de Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen.