Piloten

EU-vliegbrevetten met klassebevoegdverklaring voor Touring Motor Gliders (TMG) kunnen, sinds de invoering van de nieuwe Europese regels voor de Air Crew Licensing (EU 1178/2011), niet meer worden verlengd door gebruik te maken van een RFI(A) en/of een RFE(A). Sinds november 2013 heeft Kiwa haar uitvoeringsbeleid hierop aangescherpt.

De sector heeft bij de ILT aangegeven dat deze beleidswijziging in de praktijk problemen oplevert. De ILT heeft hierop besloten de regeling, die gold sinds 2002, nog te verlengen tot 8 april 2015. Dit betekent dat EU-brevethouders hun klassebevoegdverklaring voor TMG nog tot 8 april 2015 kunnen verlengen door gebruik te maken van een RFI(A) en/of een RFE(A). Deze regeling geldt uitsluitend voor verlenging van de klassebevoegdverklaring TMG en dus niet voor de klassebevoegdverklaring SEP.

Ja, wanneer het desbetreffende type is bijgeschreven op het bewijs van bevoegdheid kan met ieder Part FCL bewijs van bevoegdheid op Europese luchtvaartuigen worden gevlogen, ongeacht in welke Europese lidstaat deze zijn geregistreerd.

Annex I luchtvaartuigen (bijvoorbeeld MLA’s, zie Bijlage 1 van de EU Basis Verordening) blijven een nationale aangelegenheid. Op deze luchtvaartuigen zal de nationale regelgeving van toepassing blijven. Voor de Annex I vliegtuigen is er sprake van een nationaal bewijs van bevoegdheid.

De EU verordening is binnen Europa rechtstreeks geldend. Dit betekent dat er sprake is van een “automatische erkenning” van de documenten binnen Europa. Bewijzen van bevoegdheid afgegeven in andere EU landen zullen door Nederland dus worden erkend zonder additionele eisen. Ingevolge de EU regelgeving worden de door de EU landen afgegeven JAR-FCL documenten beschouwd als Part-FCL documenten als het land van afgifte daartoe wederzijds erkend is.

Tijdens de uitgestelde inwerkingtreding blijft de huidige nationale regelgeving gebaseerd op de JAR FCL van toepassing.

Documenten van andere lidstaten worden als zodanig na de invoering van de EU regelgeving in het desbetreffende land een op een geaccepteerd.

Dat staat beschreven in Annex III, Voorwaarden voor de aanvaarding van bewijzen van bevoegdheid afgegeven door of uit naam van derde landen.
Let op: Voor piloten met een brevet en aansluitende medische verklaring afgegeven door een derde land dat is betrokken bij de niet-commerciële exploitatie van de in artikel 4, lid 1, onder b) of c) van EU 2018/1139 (Basis Verordening) vermelde luchtvaartuigen geldt een opt-out tot 8 april 2014.

Met de introductie van de Europese regelgeving (Part FCL) zijn per 8 april 2013 wijzigingen opgetreden met betrekking tot de hernieuwde afgifte van verlopen klasse- en typebevoegdverklaringen en een verlopen instrument rating. De belangrijkste wijziging houdt in dat wanneer een bevoegdverklaring is verlopen aanvullende training moet worden gevolgd. De aanvullende training die moet worden gevolgd wordt vastgesteld door de trainingsorganisatie/opleidingsinstelling aan de hand van de beoordeling van het niveau van de kandidaat. Eén van de voorwaarden hierbij is dat de trainingsorganisatie/opleidingsinstelling beschikt over een goedgekeurde syllabus van de betreffende bevoegdverklaring, bijvoorbeeld een syllabus classrating SEP bij een verlopen bevoegdverklaring SEP. Na het volgen van de aanvullende training kan de bekwaamheidsproef worden afgenomen.

Het uitgangspunt is dat de JAR-FCL bewijzen van bevoegdheid worden beschouwd als Part-FCL bewijzen van bevoegdheid. Bewijzen van bevoegdheid afgegeven volgens de JAR FCL bepalingen dienen te worden omgezet in EU bewijzen van bevoegdheid vóór 8 april 2018. Dit zal fasegewijs plaatsvinden. 

Ja, het bevoegd gezag kan beperkingen aanbrengen op een bewijs van bevoegdheid overeenkomstig de bepalingen in de verordening.

Een “powered-lift luchtvaartuig” is een luchtvaartuig dat zijn verticaal hefvermogen en voortstuwing/hefvermogen tijdens de vlucht haalt uit rotors met variabele geometrie of motoren/voortstuwingsapparaten die zijn bevestigd aan of zich bevinden binnen de romp of de vleugels (zie de definities in de regelgeving).

De OPT-OUT voor de nieuwe bevoegdheden is vastgesteld op 8 april 2015. Tot 8 april 2018 is een piloot niet in overtreding zolang hij/zij de nationale wetgeving niet overtreedt. Na de invoering dient hij/zij te beschikken over de desbetreffende bevoegdverklaring.

Nee, boordwerktuigkundigen maken geen deel uit van onderhavige EU regelgeving.

Voor een eerste afgifte van een klasse 1 medisch certificaat kunt u terecht bij een gecertificeerd luchtvaartgeneeskundig centrum. Voor een verlenging of hernieuwde afgifte van een klasse 1 medisch certificaat kunt u kiezen tussen een gecertificeerd luchtvaartgeneeskundig centrum en een gecertificeerd luchtvaartmedische keuringsarts. Voor een onderzoek voor een eerste, verlenging van of hernieuwde afgifte van een medisch certificaat klasse 2 kunt u terecht bij zowel een gecertificeerd geneeskundig centrum alsook bij een gecertificeerd luchtvaartmedische keuringsarts. Gecertificeerde centra en artsen vindt u in dit overzicht.

Vaak wel. Dit is het geval als uit het onderzoek geen zaken naar voren komen die nader onderzoek vergen. Voor een aantal specifieke medische condities is de keurend arts verplicht om, alvorens een besluit te nemen, de ILT te raadplegen of uw dossier voor besluitvorming aan de ILT over te dragen. Ook de beslissing over uw geschiktheid om te vliegen met een beperking, moet de keurend arts voorleggen aan de ILT. In een dergelijke situatie kan het enkele werkweken duren voordat u een definitieve uitslag van het medisch onderzoek krijgt. In alle gevallen wordt het besluit om een medisch certificaat, al dan niet met beperking, af te geven genomen door het geneeskundig centrum of de luchtvaartmedische keuringsarts.

Als in de loop van het onderzoek uit het gesprek met de keuringsarts naar voren komt dat u afgekeurd zult worden of een beperking krijgt opgelegd, maar ook als u goedgekeurd wordt maar u bent het daar niet mee eens, is het zaak dit direct te bespreken met de keuringsarts.

Voordat het besluit op papier is gezet en er al dan geen medisch certificaat is afgegeven kunt u kenbaar maken dat u het niet eens bent met het voorgenomen besluit en dat u een second opinion wilt. U kunt dan de keuringsarts vragen uw zaak voor te leggen aan een onafhankelijk deskundige. Afhankelijk van het twistpunt kan dit een specialist zijn of een andere keuringsarts danwel een ander geneeskundig centrum. De extra kosten die daarmee gemoeid zijn, zijn voor uw rekening. Ook de keuringsarts kan bij moeilijke gevallen voor zijn besluit te rade gaan bij specialisten of collega’s. In dat geval zijn de extra kosten voor de keuringsarts.

Is het besluit eenmaal op papier vastgelegd dan heeft u nog de mogelijkheid om tegen dit besluit bij de keuringsarts of het keuringscentrum in bezwaar te gaan. U moet dit doen binnen 6 weken na dagtekening van het besluit. Hoe u dit kunt doen hoort u van de keuringsarts of het keuringscentrum.

In beginsel bent u voor elke nieuwe luchtvaartmedische keuring vrij in de keuze van uw keuringsarts danwel keuringscentrum. Wanneer u zich heeft aangemeld bij een keuringsarts of een keuringscentrum en u heeft uw aanvraagformulier ingevuld bent u daarmee ook voorlopig aangemeld bij het centrale softwaresysteem dat de arts verplicht is te gebruiken. Op dat moment is de toegang door andere keuringsartsen of keuringscentra tot uw dossier geblokkeerd. U kunt dan niet overstappen naar een andere keuringsarts of keuringscentrum.

Komt u in de loop van het medisch onderzoek, om wat voor reden ook, tot de conclusie dat u niet verder wilt met de keuringsarts of het keuringscentrum dan kunt u de keuring afbreken. De keuringsarts/keuringscentrum is op grond van Europese regelgeving verplicht om ook onvolledige keuringen in te sturen naar de vergunningverlenende autoriteit.

Wanneer u kiest voor een andere keuringsarts of een ander keuringscentrum voor uw luchtvaartmedisch onderzoek moet ook deze toegang krijgen tot alle relevante medische gegevens uit eerdere onderzoeken. Zij zullen hiervoor uw toestemming vragen en u vragen een schriftelijke verklaring te ondertekenen. Dan pas krijgt de keuringsarts of het keuringscentrum toegang tot uw medische gegevens.

Met de intreding van de nieuwe Europese wet- en regelgeving omtrent vliegend personeel zal een aantal zaken veranderen. Ten eerste zal de betreffende examinator zelf controleren of u voldoet aan de gestelde opleiding- en ervaringseisen alvorens u in aanmerking komt voor een vaardigheidstest, bekwaamheidsproef of beoordeling van bekwaamheid. Ten tweede heeft u na 8 april 2013 de vrijheid om een examinator zelf te kiezen uit een door de ILT gepubliceerde lijst met gecertificeerde examinatoren. Gezien het feit dat de voordracht niet meer verplicht door een opleidingsinstelling of een luchtvaartmaatschappij hoeft plaats te vinden bent u vrij in het selecteren van een examinator die bevoegd is om uw type examen af te nemen.

De indeling zal in ieder geval tot eind 2013 plaatsvinden via het secretariaat praktijkexamens van ILT (linda.salomonsz@ilent.nl). U moet er rekening mee houden dat de instructeur die gedurende uw opleiding u instructie heeft gegeven niet als examinator mag fungeren tijdens een vaardigheidstest, bekwaamheidsproef of beoordeling van bekwaamheid.

Uw JAR-FCL examens worden na 8 april 2013 door EU gecertificeerde praktijkexaminatoren afgenomen. Dit heeft voor de rest van uw opleiding en het afnemen van examens geen gevolgen. Uiteindelijk ontvangt u na afronding van uw opleiding een EU bewijs van bevoegdheid.

Momenteel mag elke niet-buitenlandse examinator op een bewijs van bevoegdheid aftekenen bij een verlenging of hernieuwde afgifte. Dit maakte deel uit van de privileges van een examinator onder JAR-FCL reglementen. Onder Part FCL regelgeving heeft de examinator de bevoegdheid om een vaardigheidstest, bekwaamheidsproef of beoordeling van bekwaamheid af te nemen. In de bevoegdheid om af te tekenen bij verlenging of hernieuwde afgifte wordt nu voorzien met een extra autorisatie op het certificaat. Buitenlandse examinatoren krijgen niet de autorisatie om af te tekenen. In dat geval levert Kiwa een nieuw brevet bij verlenging of hernieuwde afgifte.

De examinator is verplicht om na het voltooien van een vaardigheidstest, bekwaamheidsproef of beoordeling van bekwaamheid u op de hoogte te stellen van het resultaat van de test. Als u slechts gedeeltelijk of niet geslaagd bent, wordt u medegedeeld dat u de bevoegdheden op het bewijs van bevoegdheid niet mag uitoefenen tot u volledig geslaagd bent. Ongeacht de uitslag krijgt u een ondertekend verslag overhandigd waarin de examinator verklaart dat hij/zij informatie heeft ontvangen met betrekking tot uw ervaring en instructie en dat die ervaring en instructie in overeenstemming is met de toepasselijke eisen van het onderhavige deel. Verder staat er in het verslag dat alle vereiste manoeuvres en oefeningen werden volbracht. Ook bevat het verslag, indien van toepassing, informatie over de mondelinge theorie-examens. Als laatste wordt het resultaat van de test, proef of beoordeling in het verslag vermeld.