ILT: noodzakelijke groei investeringen drinkwaterbedrijven is financierbaar

Nederlandse drinkwaterbedrijven kunnen de noodzakelijke investeringen financieren binnen de regels die consumenten beschermen tegen te hoge tarieven (WACC). Dat stelt de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) in haar onderzoek Financierbaarheid investeringsopgave drinkwaterbedrijven. Het rapport is opgesteld op verzoek van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, om te kijken of de toekomstige investeringsopgaven mogelijk zijn binnen de systematiek van de WACC (wettelijk vastgestelde vermogenskostenvoet).

Noord Holland waterlandschap

Door klimaatverandering, toenemende droogte en vervuiling van drinkwaterbronnen wordt het produceren van drinkwater een duurder en ingewikkelder proces. De drinkwaterbedrijven moeten hun productie- en distributievoorzieningen flink moderniseren om in de toekomst betaalbaar en schoon drinkwater te kunnen blijven produceren. De drinkwaterbedrijven staan de komende jaren dus voor grote uitgaven om schoon drinkwater in de toekomst veilig te stellen.

Investeringsbehoefte

Het gemiddelde investeringsniveau zal in 2029 circa 60% hoger zijn dan in de afgelopen periode (2017 - 2019). In 10 jaar tijd groeit het geïnvesteerd vermogen van de drinkwaterbedrijven met ongeveer 50%: van € 7,4 miljard in 2020 naar € 11 miljard in 2029.

Binnen de WACC zou het - volgens de drinkwaterbedrijven - niet gemakkelijk zijn om de benodigde investeringen mogelijk te maken.

Mogelijkheden

De ILT ziet dat de investeringsbehoefte bij drinkwaterbedrijven sterk groeiend is, maar deelt niet de zorg dat er te weinig investeringsruimte is binnen het huidige systeem. Binnen de doelstellingen van de WACC (bescherming van de klant en realisatie van een redelijk rendement op eigen vermogen) kan extra investeringsruimte worden gecreëerd, omdat er nog ruimte is om de drinkwatertarieven te verhogen. Maar ook door het aanwenden van externe financiering of door financiering vanuit de publieke aandeelhouders. 

Rol aandeelhouders

De ILT ziet dat publieke aandeelhouders (provincies en gemeenten) vanuit de verantwoordelijkheid als eigenaar een financiële rol moeten en kunnen spelen in het realiseren van de toekomstige investeringsopgave. Als het eigen vermogen of financiering met vreemd vermogen niet toereikend is, zou een financiële inbreng vanuit de aandeelhouders aan de orde zijn om de noodzakelijke investeringen uit te voeren. Dit is in lijn met de verantwoordelijkheid van de eigenaar om de drinkwatervoorziening op de lange termijn te borgen.

Bijstelling in berekening WACC

De WACC sluit niet op alle onderdelen aan bij de praktijk van de drinkwaterbedrijven. De ILT trekt daarom de conclusie dat bijstelling van deze onderdelen nodig is. Als wijzigingen op korte termijn niet mogelijk zijn, geeft de ILT in overweging het huidige WACC-niveau (2,75%) tijdelijk te bevriezen voor de periode 2022-2023. Dit geeft de drinkwaterbedrijven meer ruimte om in deze periode zorg te dragen voor de benodigde financiering van de investeringen.

Achtergrond

De Drinkwaterwet stelt grenzen aan het rendement dat drinkwaterbedrijven mogen maken. Dit gebeurt via de wettelijk vastgestelde vermogenskostenvoet (WACC). De hoogte fluctueert mee met de rentestand op de internationale kapitaalmarkt; deze is historisch laag en de WACC daardoor ook. De WACC-regels beschermen consumenten tegen te hoge tarieven. Een drinkwaterbedrijf heeft een monopoliepositie omdat consumenten binnen het leveringsgebied geen andere drinkwaterleverancier kunnen kiezen. De regels maken echter ook een redelijk rendement mogelijk voor de drinkwaterbedrijven.