Poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS) in Rijn-, Maas- en drinkwater
Eén van de problemen voor het oppervlaktewater vormt de aanwezigheid van PFAS. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft de Universiteit Utrecht (UU) onderzoek laten doen naar PFAS-gehaltes in de Maas en de Rijn. Van dit rivierwater wordt drinkwater gemaakt.
De hoeveelheid PFAS in dit rivierwater is 4 tot 7 keer hoger dan de advieswaarde van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) voor drinkwater. Dit rivierwater mag volgens de wettelijke norm worden benut voor drinkwaterbereiding. De huidige drinkwaterzuivering is echter niet effectief genoeg om PFAS voldoende te verwijderen om onder de strenge advieswaarde van het RIVM te komen.
Uit dit onderzoek blijkt dat vanuit buurlanden veel PFAS Nederland binnenkomt. Het Europese restrictievoorstel is daarom van cruciaal belang om het PFAS-probleem bij de bron aan te pakken. Vooralsnog is onduidelijk wanneer en voor welke PFAS-stoffen het restrictievoorstel gaat gelden.
Het onderzoek van de UU laat bovendien zien dat PFAS-stoffen die al meer dan 10 jaar verboden zijn, nog steeds in te hoge concentraties voorkomen in de Maas en de Rijn. Bronaanpak alleen is daarom op de korte en middellange termijn voor PFAS niet meer voldoende om de risico’s voor drinkwater te verkleinen. Drinkwaterbedrijven staan voor een actieve opgave: aanvullende zuivering is nodig. Dit is kostbaar, het kost veel energie en leidt tot reststromen die PFAS-stoffen bevatten. Drinkwaterbedrijven zijn hiervoor verantwoordelijk, maar kunnen dat niet alleen en zijn hiervoor mede afhankelijk van overheden. Een gecoördineerde aanpak is daarom urgent en belangrijk. De aanpak moet gericht zijn op zowel het verbeteren van de zuiveringstechnologie als het aanpakken van de bronnen van PFAS-vervuiling. Dit zowel nationaal als internationaal.
Disclaimer digitale toegankelijkheid
Dit rapport is nog niet digitaal toegankelijk. De ILT heeft de auteur(s) gevraagd op korte termijn een toegankelijke versie op te sturen.