Hardheidsclausule, aanbeveling en ontheffing

In zowel het Reglement Onderzoek Schepen op de Rijn (ROSR) als in de Europese richtlijn 2006/87/EG in artikel 24.04, lid 4 is een bepaling opgenomen die bekend staat als de hardheidsclausule.

Hardheidsclausule

Naleving van de Europese standaard voor technische voorschriften voor binnenschepen (ES-TRIN) kan problematisch zijn voor bestaande schepen, na het vervallen van de overgangsbepalingen. Eigenaren van die schepen kunnen daarom een beroep doen op de hardheidsclausule. De hardheidsclausule is mogelijk van toepassing als de bepalingen van ES-TRIN moeilijk uitvoerbaar zijn, of als deze onevenreding hoge kosten met zich meebrengen. 

Van de hardheidsclausule kan alleen in individuele gevallen gebruik gemaakt worden. 

Procedure hardheidsclausule

Aanbeveling en ontheffing

Voor vaartuigen die gecertificeerd worden onder de EU richtlijn 2016/1629 of het Reglement Onderzoek Schepen op de Rijn (ROSR) is er een mogelijkheid om via artikel 25 van de richtlijn of artikel 2.20 van het ROSR een internationale aanbeveling aan te vragen. Deze aanbevelingen kunnen worden aangevraagd:

  • op grond van een gelijkwaardigheid;
    Want u wil op uw vaartuig andere materialen, inrichtingen of uitrustingsstukken, andere bouwkundige maatregelen of andere opstellingen dan voorgeschreven in ES-TRIN. In dat geval moet u aantonen dat deze gelijkwaardig zijn aan de in ES-TRIN voorgeschreven materialen en maatregelen.
  • in verband met testen nieuwe technologie;
    Omdat u voor een beperkte tijdsduur nieuwe technische voorzieningen wilt testen die afwijken van de technische voorschriften van ES-TRIN. Het is van belang dat u duidelijk het belang van de innovatie aangeeft. U moet aantonen dat de nieuwe technische voorzieningen een voldoende veiligheid bieden. Als de nieuwe technologie tijdens de testperiode succesvol is gebleken, kunt u een permanente aanbeveling (op grond van gelijkwaardigheid) aanvragen.

Voor vaartuigen die gecertificeerd worden onder één van de bijlages van de Binnenvaartregeling geeft de Binnenvaartwet artikel 13 lid 2 de mogelijkheid om in bijzondere gevallen afwijkingen toe te staan van één of meer van de geldende technische voorschriften. Voor de toepassing van de Binnenvaartwet artikel 13 lid 2 hanteert ILT dezelfde voorwaarden zoals omschreven in artikel 25 van de Richtlijn 2016/1629.

Aan de toegestane afwijking(en) en of ontheffing(en) kan de ILT voorwaarden of beperkingen verbinden. Dit is afhankelijk van de gevraagde afwijking(en) of toegepaste technologieën. De afwijking of ontheffing geldt altijd op individuele basis.