Baanwerker

Baanwerkers onderhouden de infrastructuur van het spoor. Baanwerkers hebben een gevaarlijk beroep. Gevaarlijke situaties ontstaan als onderhoudswerk plaatsvindt tijdens het treinverkeer. In beginsel is de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) toezichthouder. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) mag sinds 2010 ook toezicht houden op naleving van de Arbowetgeving.

Inspecteurs van de ILT mogen bijvoorbeeld ingrijpen bij aanrijdgevaar voor baanwerkers. Zij kunnen dan een ‘eis’ opleggen, die de opdrachtgever van baanwerkers direct moet uitvoeren.
De ILT voert deze taak uit tijdens haar normale werkzaamheden. Het is dus niet zo dat zij specifiek inspecties voor het toezicht op de naleving van Arbowetgeving inplant. Als de ILT een keer moet ingrijpen, geeft zij dit door aan de NLA, omdat deze inspectie de eerste toezichthouder is.

Afspraken over veilig werken

De afspraken over veilig werken aan en rond het spoor staan in het Normenkader Veilig Werken (NVW). Baanwerkers hebben op hun werkplek 3 documenten nodig:

  • Werkplekbeveiligingsinstructie (WBI): dit document geeft de werkgever af. Er staat uitleg in voor veilig maken van de werkplek.
  • Werkcontract (WECO): de afspraken tussen de treindienstleider en de werkplekverantwoordelijke.
  • Voertuiginstructie (VTI).

De stichting Railalert is opgezet door bedrijven die het spoor onderhouden. In het NVW staan de eisen en regels voor veilig werken aan het spoor.