ILT geeft uitvoering aan importplafond buitenlands afval
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) gaat geen toestemming meer geven voor nieuwe en lopende aanvragen voor de invoer van alle huishoudelijk afval en bedrijfsafval naar verbrandingsinstallaties in Nederland. Dit volgt uit het bericht van de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat om een tijdelijk importplafond in te stellen voor het verbranden van buitenlands afval. Het importplafond heeft geen effect op kennisgevingen die al positief beoordeeld zijn.
Het Landelijk Afvalbeheerplan 3 (Nederlands afvalbeleid) biedt de mogelijkheid om import van buitenlands afval te beperken op het moment dat er sprake is van verdringing van Nederlands afval. Daarvan is sprake nu de Amsterdamse afvalverbrandingsinstallatie (AEB) niet op volle kracht draait. Hierdoor moet er op meerdere plaatsen afval naar de stortplaats worden gebracht. Dit bij gebrek aan verbrandingscapaciteit in andere installaties. Het importplafond voor de invoer/overbrenging van buitenlands brandbaar afval heeft betrekking op al het buitenlands afval ten behoeve van verbranding door Nederlandse verbrandingsinstallaties die specifiek bestemd zijn om vast stedelijk afval te verwerken. Daarbij gaat het niet alleen om bedrijfsafval en huishoudelijk afval, ook om buitenlands industrieel en/of gevaarlijk afval. Biomassacentrales horen niet bij de categorie verbrandingsinstallaties.
Het importplafond is ingegaan op het moment van publicatie in de Staatscourant op 9 augustus 2019 en gerectificeerd op 19 augustus 2019. Als er geen overschrijding meer plaatsvindt van het plafond, komt daarvan melding in de Staatscourant. Vanaf dat moment neemt de ILT nieuwe vergunningaanvragen voor import van brandbaar afval weer in behandeling. De bevoegde EVOA-autoriteiten in het buitenland en de Europese Commissie krijgen bericht over het importplafond.
