Toezichtsignaal Buisleidingen in bestemmingsplannen

Dit toezichtsignaal betreft de buisleidingen die van nationaal belang zijn voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Het gaat over het vrijwaren van belemmerende activiteiten in buisleidingenstroken die door de minister zijn aangewezen als voorkeurstracé.

Achtergrond

Zoals in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (par. 5.4 Toezicht) is vastgelegd, voert het Rijk systeem- of themagerichte onderzoeken uit om te beoordelen of nationale ruimtelijke belangen zoals opgenomen in het Besluit Algemene Regels Ruimtelijke Ordening (BARRO) doorwerken in bestemmingsplannen. De ILT voert de inspectie onderzoeken uit.

Bij de beoordeling is o.a. bekeken of de gemeente in haar bestemmingsplannen rekening houdt met de zoekgebieden van 250 meter aan weerszijde van het voorkeurstracé. De gemeente heeft immers de mogelijkheid om het tracé binnen dat zoekgebied vast te stellen in haar plannen. De bestemmingsplannen die zijn beoordeeld zijn vastgesteld na 1 april 2015.

Bevindingen

Voor deze inspectie zijn 9 verspreid door het land gelegen bestemmingsplannen en 1 voorbereidingsbesluit beoordeeld. Het voorbereidingsbesluit is genomen door de Minister van Infrastructuur en Milieu en de Minister van Economische Zaken voor de aanleg van een windmolenpark in de provincie Groningen. Het gebied waar het windmolenpark is voorzien wordt aan de rand doorsneden door een zoekgebied van een voorkeurstracé. Over deze bevinding is reeds eerder een signaal aan de beleidsdirectie gegeven.

Van de 9 bestemmingsplannen is in 6 bestemmingsplannen geen doorwerking van het BARRO 2.9 te herleiden. In 1 geval is de doorwerking van het BARRO herleidbaar en als adequaat beoordeeld.In 2 gevallen is er sprake van dat deels voor hetzelfde plangebied eerder een Rijksinpassingsplan is opgesteld. Bij 1 plan wordt er verwezen naar het Rijksinpassingsplan (eerder vastgesteld in 2012), maar blijken de planregels in het bestemmingsplan (minimaal) af te wijken van de planregels van het Rijksinpassingsplan. In het andere geval wordt er niet naar het Rijksinpassingsplan verwezen maar blijken de planregels in het bestemmingsplan 1 op 1 overeen te komen met de planregels uit het Rijksinpassingsplan.

Opvallend is verder dat de voorkeurstracés regelmatig een hoge mate van overlap kennen met reeds bestaande buisleidingtracés. Bij de gehanteerde online inspectiemethodiek, waarbij ruimtelijkeplannen.nl als gegevensbron wordt geraadpleegd, leidt dat regelmatig tot de vraag of de te reserveren buisleiding al is aangelegd of dat het een ander toekomstig tracé betreft.

Conclusie

In het merendeel van de plannen is de doorwerking van het BARRO 2.9 niet te herleiden. Dit wil overigens niet zeggen dat er in het zoekgebied feitelijk belemmerende activiteiten planologisch mogelijk worden gemaakt. Dit wordt uiteindelijk bepaald door het vaststellen van het voorkeurstracé door de gemeente in het bestemmingsplan. Het risico is niet uitgesloten dat de gemeente een tracé vaststelt, dat een knelpunt veroorzaakt doordat het bestemmingsplan kwetsbare objecten (bijv. een woning) mogelijk maakt binnen de veiligheidsafstanden.